Het ‘Profiteurs’ Probleem

Als het onderwerp van hulp bieden aan de minder fortuinlijken en minder bedeelden ter sprake komt is er vrijwel altijd wel iemand die het ‘profiteurs’ probleem ter tafel brengt: dat er mensen zijn die misbruik maken van zulke hulp en er onverdiend van profiteren, ten koste van diegenen die de hulp aanbieden. Ik wil niet ontkennen dat zulke mensen bestaan en dat zij een belemmering vormen voor mensen die oprecht hulp willen bieden aan mensen die dat nodig hebben. Maar is dat werkelijk een reden om zulke hulp dan maar helemaal niet aan te bieden? En misschien is het nog belangrijker om een moment stil te staan bij de vraag of de mensen die misbruik maken van de hulp van mensen die het beter hebben dan zij de enige ‘profiteurs’ zijn in deze vergelijking, en of we ons wel zorgen maken over de juiste profiteurs.

Ik geloof dat de meeste mensen goed willen zijn en goed willen doen. En dat de meeste mensen hulp willen bieden aan mensen in nood. Er is voldoende bewijs dat het helpen van anderen meer is dan alleen een cultureel gebod – een aangeleerd gedrag – maar een veel dieper, haast instinctief gedrag, genetisch in ons geprogrammeerd omdat het goed is voor het overleven van de mens als soort. Toch zien we om ons heen veel mensen in nood, velen die geen hulp krijgen, en veel welgestelden die hun welvaart niet echt vrijelijk delen met anderen. Waarom?

Een van de verklaringen die vaak gegeven wordt is dat het helpen van anderen gegarandeerd leidt tot misbruikt worden. Of de hulp nu komt van individuen of van een collectief (zoals de staat), zo gaat deze redenering, mensen zullen altijd misbruik maken van alles wat ze te makkelijk gegeven wordt, en er onterecht van profiteren, ten koste van de de gulle gevers. Dit wordt ook wel het ‘profiteurs’ probleem genoemd, en gebruikt om te beargumenteren dat we niet zomaar hulp kunnen bieden aan mensen in minder fortuinlijke omstandigheden.

Profiteurs zijn niet te vermijden, wordt er beweerd, en zouden profiteren van de zuurverdiende welvaart van andere mensen, zonder zelf iets bij te dragen of ervoor terug te geven. Het is vanwege deze profiteurs dat we niet van hardwerkende mensen kunnen verwachten dat ze hun welvaart zomaar met iedereen zouden delen: dat zou oneerlijk zijn. In plaats daarvan moeten we zeer voorzichtig zijn met hulp verlenen, en er voor zorgen dat de ontvangers duidelijk voelen dat ze op geen enkele wijze recht hebben op die hulp, zich schuldig zouden moeten voelen dat ze het nodig hebben, en op die manier actief worden ontmoedigd om erom te vragen.

Het droeve feit is dat deze redenering geen onderscheid maakt tussen mensen die gewoon hulp nodig hebben; die in moeilijkheden zitten zonder daar iets aan te kunnen doen; die eenvoudigweg aan het kortste eind trokken in de loterij van het noodlot; en de – naar mijn idee – minderheid die liever misbruikt maakt van de naïviteit en goedheid van andere mensen dan zelfs maar halfslachtig te proberen zelf iets van hun leven te maken. En dus wordt er geen hulp gegeven, vanwege een generalisatie die zwaar onrecht doet aan een grote groep mensen.

Maar er ligt nog een andere aanname onder het profiteurs probleem en de manier waarop het gebruikt wordt om hulp aan minder bedeelden te ontmoedigen. En dat is de aanname dat het altijd de zwakkeren zijn die proberen te profiteren van de sterkeren, de armen van de rijken, de zieken van de gezonden. Het is tenslotte toch zo dat de zwakkeren nodig hebben wat de sterkeren in ruime mate voorhanden hebben, dus zijn de zwakkeren de enige die voordeel kunnen ontlenen aan deze fundamentele ongelijkheid.

Dat is een gevaarlijke aanname, en een denkfout.

Gevaarlijk omdat het hulpbehoevenden niet alleen afschildert als zwak maar ook nog als afgunstig. Ze zijn niet alleen behoeftig, ze zijn ook hebberig – en begeren zaken die ze niet verdiend hebben. Een denkfout omdat in werkelijkheid de richting van het misbruik net zo makkelijk de andere kant op kan zijn. Het is makkelijker voor de rijken om de armen te benadelen dan andersom; makkelijker voor de gezonden om te profiteren van de zieken; en makkelijker voor de machtigen om de machtelozen te onderdrukken en zwak te houden.

Er zijn minstens evenveel, zo niet meer – omdat het makkelijker is – profiteurs onder de beter bedeelden dan onder degenen die behoeftig zijn. Mensen die misbruik maken van de tegenspoed van anderen; slavenhouders die zich verrijken aan het lijden van mensen die hun vrijheid niet kunnen verdedigen; industriëlen die de werkende massa’s dwingen om akelige, lange uren te zwoegen in gevaarlijke, lichtloze fabrieken, omdat die mensen geen andere bron van inkomsten hebben; farmaceutische bedrijven die enorme winsten onttrekken aan mensen die wanhopig zoeken naar genezing; banken die profiteren van mensen die zijn getroffen door natuurrampen of economische achteruitgang; … de lijst gaat maar door. En denk niet dat ik slechts praat over een kleine groep van kwaadwillige mensen die we zouden kunnen nawijzen en beschimpen om hun hebzucht en gierigheid. Als we een eerlijke blik op onszelf werpen, onze Westerse beschaving, onze welvaart en relatieve overmacht, hoeveel van wat we tegenwoordig beschouwen als ons geboorterecht en het product van het harde werk en de gewiekstheid van onze voorouders was in werkelijkheid gestolen, onder dreiging van geweld of erger, van mensen die zich niet konden verdedigen?

En daarom zijn hier mijn drie redenen om het profiteurs probleem te verwerpen als een reden om hulp aan mensen die het nodig hebben te beperken of te stoppen:

  1. Psychologisch, wanneer je de angst voor tekorten en gebrek aan macht kan overwinnen, is er meer geluk te vinden in geven dan in ontvangen of vergaren. Door je aan je eigen weelde vast te klampen misgun je jezelf een kans om dat geluk te ervaren;
  2. Onder de mensen die hulp zoeken heeft de meerderheid echt hulp nodig, en is slechts de minderheid een pure profiteur. De meeste mensen vinden het helemaal niet prettig om om hulp te vragen, en zullen lang aarzelen om daartoe over te gaan, tenzij ze voelen dat ze geen andere keuze hebben. Door zonder onderscheid iedereen die om hulp vraagt af te doen als een profiteur doe je vrijwel iedereen onrecht aan, niet alleen door niet te helpen, maar door hun geestelijk lijden nog te verergeren met de last van zich hulpeloos en ongewenst voelen;
  3. Als je deel bent van de rijke bovenlaag in onze samenleving, ben je waarschijnlijk zelf een profiteur, en maakt op oneerlijke wijze misbruik van vele mensen in de rest van de wereld; mensen die worden uitgebuit en onderdrukt om jou te voorzien van de weelde en luxe waarmee jij je zo makkelijk omringt. Je doet dat waarschijnlijk niet eens met opzet, en bent wellicht in principe tegen zulke praktijken, maar omdat onze maatschappij op deze praktijken gebaseerd is en jij deel bent van haar systemen, heb je er wel degelijk profijt van, en dus ben je impliciet medeplichtig. Dus is het minste dat je doen kan meer van dat profijt te delen met meer mensen in nood. Daarmee help je dit oneerlijke voordeel te verminderen en ten minste een deel van de pijn en het lijden dat dit voordeel veroorzaakt te verzachten.
Sharing can be messy, but it's much more fun.
Sharing can be messy, but it’s much more fun.

1

En dat, beste lezers, is mijn afscheidsmotto voor dit jaar: durf om mensen te geven en aan mensen te geven. Daar wordt de hele wereld beter van.

  1. (Image by Kathy on Flickr – published under the Creative Commons Attribution-Share Alike 2.0 Generic license)

Over Succes

Of het nu wel of niet verdiend is, succes is geen objectief meetbare toestand. Het is een constructie van de menselijke geest, en wordt alleen ervaren door iemands huidige omstandigheden te vergelijken met een mentaal model van hoe succes er uitziet. Een manier om succes te bereiken is door te proberen dat model te evenaren of te overtreffen. Een andere manier zou zijn het model aan te passen om het meer op de werkelijkheid van vandaag te laten aansluiten.

Ik heb diverse reacties ontvangen op mijn vorige blog over geluk. Sommige steunden mijn hoofd-stelling dat succes meer geluk dan verdienste is; anderen wezen erop dat kansen krijgen alleen niet voldoende is: zonder voorbereiding, vaardigheden, en hard werk worden kansen makkelijk gemist of verspeeld. En er was ook de opvatting dat een mens zijn/haar eigen geluk creëert: dat geluk op de een of andere manier beïnvloed wordt door de houding of acties van het individu, en niet slechts het willekeurige effect is van een mechanisch, ongeïnteresseerd universum.

Ik ben het niet oneens met de opvatting dat kansen alleen geen garantie zijn voor succes. Een kans is het potentieel, een mogelijkheid, die je door hard werken en toewijding tot realiteit kan maken. Met andere woorden: er is verdienste in het ten volle benutten van de kansen die zich aandienen – dat deel van succes kan als verdiend beschouwd worden. Maar maken wij werkelijk ons eigen geluk? Geeft Vrouwe Fortuna werkelijk de voorkeur aan de dapperen en beter voorbereidden onder ons? Of is dat het verhaal dat we onszelf vertellen om ons het gevoel te geven dat we toch iets van macht hebben over wat ons toevalt?

Natuurlijk is het fijn om te horen dat je je succes aan jezelf te danken hebt. Dat is een prettig compliment om te ontvangen en ik weet ook dat de mensen die me dat vertelden het echt menen, en dat stel ik zeer op prijs. Maar er zit een keerzijde aan dit compliment, een onuitgesproken implicatie (die Jos in haar commentaar benoemd) waar wij ons bewust van moeten zijn en voorzichtig mee moeten omgaan, omdat het voor veel mensen een onbedoelde bron van lijden blijkt te zijn. Ik heb het hier over het idee dat als succes verdiend is het uitblijven van succes dat ook is. Wat zou betekenen dat de miljoenen mensen die geen succes hebben (tegen welke maatstaf – maar daar kom ik nog op terug) dat gewoon aan zichzelf te danken hebben.

Dat voelt voor mij niet juist, en ik geloof ook niet dat dit het geval is. Deze opvatting leidt ook gemakkelijk tot een gevoel van het ‘recht hebben op’ succes in succesvolle mensen dat in de weg kan staan van hun empathie en compassie met de minder fortuinlijke mensen in de wereld. Het is dit ‘entitlement’ effect, denk ik zelf, dat een op zich inspirerend bedoeld concept als ‘the American Dream’ in een duistere nachtmerrie kan veranderen voor diegenen die er geheel buiten hun eigen schuld niet aan mee kunnen doen.

Het eerste punt dat ik dus hier wil maken is alle succesvolle mensen ertoe aan te sporen van tijd tot tijd stil te staan bij het ongelofelijke geluk dat ons gebracht heeft waar we nu zijn; ons gevoel van recht hebben op succes en tevreden zijn met onszelf iets te temperen; en te realiseren dat er niet zo heel veel afstand is tussen succes en falen als we vaak denken. “There, but for the Grace of God, go I” zeggen ze in het Engels, en – ook als je niet in God gelooft – kan het geen kwaad om dat af en toe toe overdenken.

Maar wat moeten al die mensen die geen succes hebben dan doen? De mensen die vinden dat ze gefaald hebben. Die blijven zitten met de slechte hand die het Lot ze heeft toebedeeld? Ik denk niet dat het die mensen veel helpt om zichzelf te vertellen dat het succes dat ze bij anderen zien onverdiend is. Integendeel: niet alleen maakt ze dat niet minder ontevreden met zichzelf, het kan gemakkelijk leiden tot bitterheid en afgunst ten opzichte van de succesvolle mensen om hen heen.

Voor al die mensen die voelen dat ze onsuccesvol zijn, overweeg eerst het volgende: welke maatstaf hanteer jij om te bepalen dat je geen succes hebt? Succes is geen absolute toestand, met duidelijke en onveranderlijke criteria; waar succes uit bestaat hangt af van welke definitie je hanteert, en die definitie verschilt per persoon.

Succes is subjectief en ook nog eens zeer beïnvloedbaar door de mensen om ons heen. We zijn geneigd om onze eigen situatie te vergelijken met die van andere mensen en dan te gaan wensen dat wij ook ‘krijgen’ wat zij blijkbaar ‘hebben’.

En dat is waar we onszelf onbedoeld veel onnodig lijden aandoen.

Om te beginnen: wat andere mensen hebben is misschien niet het beste model om ons eigen succes aan af te meten. Daardoor laten we ons misschien verleiden door iets dat eigenlijk niet geschikt is voor ons, en niet past bij onze omstandigheden en mogelijkheden. We richten ons misschien op iets dat – mochten we het werkelijk bereiken – ons niet gelukkig maakt of voldaan laat voelen. We kunnen ons ook vergissen in de aard van het succes van anderen, en iets als voorbeeld nemen dat niet echt bestaat. Als we dan onze tijd, energie en passie besteden aan wat we ten onrechte als succes gedefinieerd hebben, worden we vrijwel zeker teleurgesteld.

Het andere nadeel van het kijken naar andere mensen voor onze definitie van succes is dat wij de neiging hebben mensen als rolmodel te kiezen die het beter hebben dan wij. We verhogen de lat voor onze maatstaf voor succes, om vervolgens te concluderen dat we tekort schieten. En dan voelen we ons ongelukkig omdat we denken dat we hebben gefaald.

Succes bij elke maatstaf
Succes bij elke maatstaf

Zelf heb ik ondervonden dat een regelmatig kritisch beschouwen van mijn eigen definities van succes een belangrijke bijdrage kan leveren aan een meer gebalanceerd, meer bevredigend, en misschien ironisch, meer succesvol leven. Toen het me duidelijk werd dat succes iets is dat ik zelf definieer, kon ik gaan werken aan het aanpassen van mijn definities aan mijn eigen standaards, niet die van andere mensen.

Maar ook ontdekte ik dat inplaats van alleen op te kijken naar anderen, het ook belangrijk is om te kijken naar mensen die minder fortuinlijk zijn dan ik, en me te realiseren dat voor heel veel mensen veel van de dingen die ik als vanzelfsprekend beschouw het toppunt van succes zouden zijn.

Om maar iets te noemen: ik ben redelijk gezond, heb eten op tafel, een huis om in te wonen, vrienden en geliefden om me heen. En ik woon in een land dat niet in oorlog is, welvarend is, democratisch en vrij. Elk van die dingen is vrijwel zeker iemands definitie van succes.

Dus, wanneer je jezelf niet succesvol (genoeg) voelt, val allereerst niet in de valkuil van geloven dat je geen succes verdient. Succes is wispelturig en weerbarstig, soms komt het, soms komt het niet. En kijk dan ook naar hoe jij je eigen succes eigenlijk definieert; welk model je gebruikt om jezelf aan te meten en op te richten. Als dat model je pijn en teleurstelling brengt, waarom zou je het dan niet een beetje bijstellen? Laat het beter aansluiten bij de voordelen van je huidige situatie. Er zijn altijd dingen om dankbaar voor te zijn. En hoe meer je juist die dingen de standaard voor je succes kan maken, hoe meer succesvol je je zal voelen.