Opgesloten

Opgesloten
Labyrinth
Labyrinth – ©Bard 2015

Steeds weer liep hij vast in het doolhof dat hij zelf gecreëerd had. Het was gemaakt van herinneringen, fragmenten van verhalen en verzonnen gebeurtenissen. In zijn hoofd hadden deze bouwblokken zich samengevoegd en aaneengesloten tot ze hem omringden zonder een uitweg te bieden.

———

Hij had vaak geprobeerd te ontsnappen. Hij had geprobeerd een lijn van blokken van het begin tot aan het einde te volgen, en van het einde tot aan een uitgang. Maar de blokken herschikten zichzelf terwijl hij ze volgde. Some verscheen hetzelfde blok opnieuw en opnieuw. Of er verschenen splitsingen waar veel mogelijke verhaallijnen opengingen om tussen te kiezen. Welke lijn hij ook volgde, steeds weer liep hij vast in het doolhof dat hij zelf gecreëerd had.

Hij had geprobeerd blindelings van blok naar blok te springen, van herinnering naar half-vergeten beeld, in de hoop dat zulke willekeurige bewegingen him via toeval of geluk zouden leiden naar een onbewaakte opening, een vergeten deur of raam naar de wereld daarbuiten. Maar iedere deur bleek een draaideur die hem terug naar binnen voerde. Ieder raam was slechts een spiegel die eindeloos de door elkaar gehusselde blokken van zijn gefragmenteerde verhaal reflecteerde. En steeds weer liep hij vast in het doolhof dat hij zelf gecreëerd had.

Hij had zelfs geprobeerd helemaal te stoppen. Hij stopte met het volgen van verhaallijnen. Hij duwde ieder beeld of herinnering uit zijn hoofd voor hij zich bewust kon worden van hun inhoud en betekenis. Hij dwong zichzelf af te dalen in het duister van niet denken, niet voelen, niet bewust zijn. Maar in het diepst van dat duister kon hij niet anders dan het bewegende licht zien. Een vonk verscheen, miniem maar helder. Als hij erin slaagde die vonk te negeren sprong er een volgende op, en een volgende. Ze vormden rijen, patronen en ritmes. Ze schiepen vormden uit synchrone beweging. Ze dansten tot hij niet anders kon dan er zijn aandacht op richten. En zijn aandacht was alles wat ze nodig hadden om hem uit de leegte terug te leiden naar de verwarring van zijn geest. En steeds weer liep hij vast in het doolhof dat hij zelf gecreëerd had.

———

Opgesloten.

Opgesloten.

Opgesloten.

———

En toen ineens zag hij het. Tussen de o en de e. Een koevoet-vorige t die hij kon loswringen uit zijn positie. Nu alleen nog een paar keer goed schudden tot de letters hem vertelden wat hij moest doen. Nog net opgesloten maar nu met behulp van

zijn nieuwe gereedschap sloeg hij
de woorden open die hem
vasthielden sloeg hij
ze open sloeg
hij.

En hij zag als hij sloeg dat
er een opening was naar
buiten het doolhof
dat hij zelf gecreëerd had.

Buiten was er licht en oneindig potentieel. Buiten was de vrijheid om alles voor het eerst te ervaren. Hier kon hij wezen zonder geweest te zijn.

Hier werd hij nu.

En hier.

©Bard 2020