Een tijdje geleden vertelde ik dat ik het gevoel had dat mijn land mij terugwon. Een onderdeel van dat proces was het opnieuw verbinden met de natuur. Het gevoel in contact te zijn met en verwelkomd te worden door mijn herontdekte natuurlijke omgeving gaf mij een gevoel van thuiskomen dat ik niet had verwacht te vinden.
Maar er zit meer achter dit proces. Dat zijn de verhalen die verborgen liggen in het land waarmee ik opnieuw verbinding maak.
Tientallen jaren woonde ik in Australië. Een van de opmerkingen die mijn Europese familieleden en vrienden tijdens hun bezoek vaak maakten, was dat Australië een grote natuurlijke schoonheid heeft, maar weinig geschiedenis. Ze zien het als een jong land, zonder monumentale gebouwen, historische steden of ruïnes van vroegere beschavingen. Op het eerste gezicht hebben ze het niet helemaal mis. Vergeleken met andere continenten is het bewijs van langdurige menselijke bezetting van het land veel minder zichtbaar. De feitelijke menselijke geschiedenis van Australië gaat echter veel dieper dan de meeste monumenten en archeologische vindplaatsen die toeristen elders in de wereld bezoeken.
Hoe diep die geschiedenis gaat, wordt pas duidelijk als je de mondelinge geschiedenis, kunst, muziek en dansen ontdekt die door de inheemse bevolking van Australië worden uitgevoerd. Ze vertellen verhalen die tienduizenden jaren oud zijn. Hun kunst bevat kennis en inzichten die al honderden generaties worden doorgegeven. En interessant genoeg zijn de meeste van die oude verhalen, liederen en kunstwerken, in plaats van verbonden te zijn met door de mens gemaakte monumenten, nauw verbonden met het land zelf. Ieder natuurlijk kenmerk heeft zijn eigen verhaal, zo lijkt het, en is door dat verhaal verbonden met vele andere plekken op het continent. Voor een inheemse Australiër is wandelen door Country nooit zomaar een wandeling van plaats A naar B; het is tegelijkertijd een wandeling door de geschiedenis van hun volk, een herbezoek van oriëntatiepunten die zij zien als hun voorouders, en een reactivering van alle kennis en geleerdheid van de generaties die eraan voorafgingen. Elke stap die ze zetten zorgt ervoor dat ze zich veilig verankeren in Country en hen in niet mis te verstane bewoordingen vertelt dat dit is waar ze thuishoren.
Ik kwam terug naar Nederland met het idee dat ik veel zichtbare geschiedenis zou aantreffen, maar weinig van het niet-tastbare verhaal. Het bleek dat ik ongelijk had.
Zeker, de zichtbare dingen zijn gemakkelijker te vinden. Het staat tenslotte in alle reisgidsen. Maar het land hier zit ook vol verhalen, als je weet waar je ze moet zoeken. Ze liggen gewoon veel dieper begraven dan in Australië, waar nog steeds mensen actief zijn om ze in leven te houden.
Er is een klein meertje vlakbij ons huis. Het is door de mens gemaakt. Niet omdat mensen een meer wilden hebben, maar omdat ze de turf aan het afgraven waren die ze nodig hadden als brandstof om hun huizen te verwarmen. Het landschap is bezaaid met kleine meren en waterwegen, die spreken van mensen die de grond verbrandden omdat er niet genoeg bomen in de buurt waren om te oogsten als brandhout.
Sommige meren zijn bijna perfect rond, waardoor ze een nog kunstmatiger uiterlijk krijgen. Maar die meren, pingo’s genoemd, zijn juist een natuurlijk fenomeen, veroorzaakt door ijs en smeltwater tijdens de ijstijden die het hele land hier bedekten. Alles bij elkaar spreekt het land over de langzame krachten van erosie en de veel snellere krachten van ontginning, waardoor zowel een zeer uniek landschap ontstaat als wordt herschapen.
Er zijn hier ook enkele oude monumenten, uit de tijd dat de mensen hier jager-verzamelaars waren. Enorme rotsblokken werden gegroepeerd en afgedekt met nog grotere om grafheuvels te vormen die we “Hunebedden” noemen, wat letterlijk “bedden van reuzen” betekent. Ze werden gebouwd lang voordat de latere boeren van dit land uit het oosten arriveerden en werden opgenomen in lokale legendes over de reuzen die in de oudheid door het land zwierven. Sommige van die legendes werden sprookjes, andere werden opgenomen in de lokale overlevering, en sommige werden religieuze verhalen over heiligen en demonen die tussen de gigantische stenen vochten.
Het is nog steeds mogelijk, met wat onderzoek en veel geduld, om een tapijt van half vergeten, half verkeerd herinnerde verhaallijnen samen te stellen die ooit de manier waren waarop onze voorouders hier betekenis gaven aan het landschap om hen heen. Dit doen, denk ik, is een andere manier waarop ik dit land mij terug laat winnen en mij op laat nemen in haar weefsel. Hoe vaker ik de eeuwenoude verhalen tegenkom, hoe gemakkelijker het voor mij wordt om mij niet vreemd, afgescheiden en vervreemd te voelen, maar deel uitmakend van alles om mij heen. Hoe meer ik die oude verhalen opnieuw vertel en reconstrueer terwijl ik het land verken, hoe meer ik het gevoel krijg dat ik een deelnemer en verzorger word, en niet alleen maar een nieuwsgierige toerist op doorreis.