6 – Ontwaken

Nadat er vele maanden voorbijgegaan zijn waarin de sneeuw – hoe vaak ze ook veranderde – een constante deken was over alles, brengt één ochtend iets nieuws in deze vrijwel verstilde wereld. In de plekken die het meest aan de zon zijn blootgesteld begint het water te ontwaken uit haar ijzige staat. Druppels beginnen te vallen, onhoorbaar in de sneeuw, of duidelijk spetterend op de kale rotsen. Als de zon stijgt en haar warmte dieper doordringt in de sneeuw, verzamelt het smeltwater zich in minuscule stroompjes and groeit het geluid van water stromend onder de sneeuw en over de rotsen, tot de constante en permanente stilte van het bevroren landschap vervangen is door de constant veranderende maar even voortdurende uitbundigheid waarmee het water opgewonden een gesprek aangaat met zichzelf en alles waar het mee in aanraking komt.