De Rivier

12 – Oplossen

Oplossen - © Bard 2018
Oplossen – © Bard 2018

Zelfs met de kust nu buiten zicht behoudt de rivier haar vorm nog een tijd, doordat het zoete rivierwater nog samenhangt ten midden van de eindeloze uitgestrektheid van de duistere, zoute oceaan, alsof ze bang is daarin verloren te gaan. Maar als een langzaam vervagende herinnering, verliezen daar waar het zoet het zout ontmoet de randen van de oude rivier hun contouren, worden warrig en vaag, tot er geen onderscheid meer is te maken tussen waar de rivier eindigt en de oceaan begint. Hoe meer de tijd verstrijkt, hoe meer de restanten van de rivier zich oplossen, tot de rivier compleet en met totale overgave haar greep op haar wateren laat gaan zodat ze zich kunnen herenigen met het water waar ze ooit vandaan kwamen. En nu de cirkel rond is absorbeert de oceaan moeiteloos de nieuwkomers, onverstoord en eindeloos, bron en eindbestemming, tijdloos en voor eeuwig.

De Rivier

11 – Arriveren

Arriveren - © Bard 2018
Arriveren – © Bard 2018

Wachtend op de rivier, voorbij de laatste obstakels van duinen en strand, ligt de oceaan, haar uitgestrektheid gemaskeerd door de zachte boog van de horizon en de heiige lucht in de verte. Verlangend naar de zoetheid van de rivier roept het zoute water haar aan met een onophoudelijk diep geruis, als naar een lang verloren geliefde die eindelijk is teruggekeerd. Het rivierwater, haar kracht en snelheid vrijwel uitgespeeld, verzet zich niet maar laat zichzelf mee getrokken worden in de trage dans van het komen en gaan van de getijden. Alsof gehypnotiseerd door het ritme van de oceaan laat het rivierwater de veiligheid van de oevers los en laat zich dromerig voortdrijven van de kust vandaan, om zich daar te mengen met het koude, donkere water van de oceaan.

De Rivier

10 – Vertragen

Vertragen - © Bard 2018
Vertragen – © Bard 2018

Majestueus nu als het water zich uitstrekt over de wijde vertes van het land waar het doorheen stroomt, te breed om beide oevers tegelijkertijd te kunnen zien, lijkt de stroming te vertragen, alsof ze zich realiseert dat door het bereiken van haar doel het laagst mogelijke punt te vinden ze zichzelf tevens aan de rand van haar eigen ondergang gebracht heeft. Het einde is nu onvermijdbaar maar het water kan nu niet meer stoppen. Er is teveel momentum, teveel energie nog opgeslagen als gevolg van de gedreven stroom omlaag. En dus vervolgt het water schoorvoetend haar pad op weg naar het lot dat ze met haar eigen ongeduld creëerde.

De Rivier

9 – Stromen

Stromen - (c)Bard 2018
Stromen – (c)Bard 2018

Eenmaal aangekomen bij de lagere berghellingen en de valleien daartussen beginnen het water te kalmeren. De stromende beken worden dieper en verbreden zich tot sterke, snel stromende rivieren die nog slechts sporadisch in wanorde en chaos terugvallen als ze in rotskloven en stroomversnellingen terechtkomen. Die rivieren vormen hun omgeving net zozeer als ze erdoor worden vormgegeven. Waar ze door woestijnen stromen is er weelderig leven aan hun oevers; waar ze door oeroude hoogvlaktes gaan snijden ze diepe, beschaduwde kloven uit; en waar ze de lager gelegen velden bereiken deponeren ze rijke, zware, vruchtbare sedimenten. Maar het water zelf – hoewel een deel ervan wordt weggeleid, gevangen en geabsorbeerd tijdens deze reis – stroomt voort, door de zwaartekracht gedreven om de laagste plaats te bereiken die het vinden kan.

De River

8 – Groeien

Groeien - (c) Bard 2018
Groeien – (c) Bard 2018

Op hun weg naar beneden komen de kleine waterstroompjes elkaar tegen en combineren zich tot grotere stromen, hun krachten zodanig toenemend dat ze nu obstakels opzij kunnen duwen of met zich meeslepen op hun reis. Het water verandert van kristalheldere en zacht babbelende beekjes in met zand en modder gevulde, zwaar stromende rivieren en wild kolkende stroomversnellingen. Het geluid van het voortjagende water is nu luid genoeg om alle andere geluiden te overstemmen. De berghellingen worden echoputten voor de vele stemmen van het water en de lucht zelf wordt bijna zichtbaar verstoord door het constante geraas dat de stromen produceren op hun zoektocht naar de snelste manier om de valleien onderaan de bergen te bereiken.

De Rivier

7 – Bewegen

Bewegen - (c) Bard 2018
Bewegen – (c) Bard 2018

Eenmaal in beweging gekomen zoekt het water onophoudelijk naar manieren om af te dalen, om de hoge plekken te ontvluchten waar het zo lang gevangen was en haar weg naar beneden te vinden. Het water sluipt langs rotsen en grind, door geultjes en kuilen. Te zwak om voor zichzelf een pad te banen zijn de mini-stroompjes gedwongen een omweg te zoeken langs zelfs de kleinste obstakels. Maar het water zet door en blijft gaan, soms een opening vindend om door weg te stromen, soms net lang genoeg opgehouden wordend om voldoende water te verzamelen tot het kracht genoeg heeft om het obstakel opzij te duwen en verder omlaag te haasten.

De Rivier

6 – Ontwaken

Ontwaken - (c) Bard 2018
Ontwaken – (c) Bard 2018

Nadat er vele maanden voorbijgegaan zijn waarin de sneeuw – hoe vaak ze ook veranderde – een constante deken was over alles, brengt één ochtend iets nieuws in deze vrijwel verstilde wereld. In de plekken die het meest aan de zon zijn blootgesteld begint het water te ontwaken uit haar ijzige staat. Druppels beginnen te vallen, onhoorbaar in de sneeuw, of duidelijk spetterend op de kale rotsen. Als de zon stijgt en haar warmte dieper doordringt in de sneeuw, verzamelt het smeltwater zich in minuscule stroompjes and groeit het geluid van water stromend onder de sneeuw en over de rotsen, tot de constante en permanente stilte van het bevroren landschap vervangen is door de constant veranderende maar even voortdurende uitbundigheid waarmee het water opgewonden een gesprek aangaat met zichzelf en alles waar het mee in aanraking komt.

De Rivier

5 – Wachten

Wachten - (c) Bard 2018
Wachten – (c) Bard 2018

De aarde in stilte bedekkend wacht de sneeuw geduldig op de zich ontvouwende toekomst. Er gebeurt eerst niet veel: dagen worden nachten die weer dagen worden. Soms maakt een langskomend dier diepe sporen in de verder ononderbroken witheid; sporen die niet lang daarna weer bedekt worden in versgevallen sneeuw. Stormen komen af en toe voorbij om te razen tegen de berghellingen. De huilende winden bewegen de dekens van sneeuw op en neer als zandduinen in de woestijn, heuvelranden neerhalend en nieuwe hellingen vormend. Maar zodra de wind weer gaat liggen, uitgeput en ontmoedigd, lijkt de sneeuw – hoewel het landschap volledige getransformeerd is – weer even onaangetast en sereen als tevoren: zacht, stil, bewegingloos.

De Rivier

4 – Vallen

Falling - (c) Bard 2017
Vallen – (c) Bard 2017

Waar de bergen hoog genoeg zijn koelen de wolken af tot onder het vriespunt. Minuscule kristallen vormen zich als het vloeibare water veranderd in delicate zesvoudige juwelen van ijs. Alsof ze zelf onder de indruk is van deze prachtige transformatie stopt de wind haar jacht omhoog en verliest alle vaart. Zacht en speels dansend begint de versgevormde sneeuw te vallen. Aarzelend eerst, een paar vlokjes tegelijk, maar al snel aangroeiend tot schimmige sluiers van vallend stof en veren, begint de sneeuw de grond te bedekken tot deze compleet onder een dikke witte stille deken verborgen is.

De Rivier

3 – Stijgen

Stijgen - (c) Bard 2017
Stijgen – (c) Bard 2017

Wanneer de wolken de kust bereiken worden ze door stormachtige winden meer en meer naar de kust gedreven, waar ze samengedrukt worden tegen de bergketens die over de oceaan gewaakt hebben sinds dit continent voor het eerst boven water verscheen. Na eerst nog weerstand geboden te hebben geven de wolken uiteindelijk toe aan de constant stuwende wind en stijgen op tegen de bergen. Terwijl ze stijgen daalt hun temperatuur waardoor de nevel steeds dikker wordt. Van microscopische druppeltjes verandert het water in kleine regendruppels, minder gas-achtig, meer vloeibaar, maar nog steeds drijvend op de volhardende winden die ze tegen de berghellingen opjaagt.