De Vonk

“Energie is het meetbare resultaat van de opstand van de geest tegen haar gevangenschap in de materie.”
John Anthony West, Serpent in the Sky

De Vonk - @Bard 2019
De Vonk – ©Bard 2019

Het donker maakte haar bewust van haar bestaan als een vonk van licht. Zij definieerde zich door middel van wat ze niet was. Zij was licht; alles om haar was dat niet. Voor lange tijd was dat alles dat ze wist en alles dat er toe deed. Een licht in het duister. Alleen.

———

Maar op den duur werd ze rusteloos. Ze voelde een drang opbouwen vanbinnen. Een drang om iets te doen, iets te veranderen. Maar toen de vonk probeerde gehoor te geven aan deze drang ontdekte ze dat ze vastzat in een minuscuul, hard zaadje, omringd door donkere, zachte aarde. Ze zat gevangen, hoewel ze wist dat ze ooit vrij was geweest en zonder grenzen. Zo ontdekte de vonk verlangen; het verlangen uit deze opgeslotenheid te breken en haar vrijheid te herwinnen.

Haar gevoel van wat ze was – licht, geen duister – en wat ze verlangde – vrijheid, geen gevangenschap – gaven haar de impuls om te bewegen. Ze brak uit haar schil met de pure kracht van haar vastberadenheid. Ze had verwacht nu vrij te zijn maar vond zichzelf nu in een groter, zachter omhulsel. Het zaadje was een zaailing geworden. Nog steeds gevangen in de diepe, donkere aarde, maar met de mogelijkheid te bewegen en te groeien.

Met haar gevangenis getransformeerd tot een levend lichaam voelde de vonk hoe een kracht probeerde haar naar beneden te trekken, waar het nog donkerder was. Instinctief bood ze weerstand aan deze kracht. Deze weerstand gaf de zaailing de energie die het nodig had om te gaan groeien tegen deze neerwaartse kracht in. Het verlangen van de vonk had nu ook een richting. Weg van de neerwaartse kracht zocht ze haar vrijheid door al haar energie te richten op omhoog gaan.

Spoedig brak de zaailing door het oppervlak het licht tegemoet. Terwijl het eerste tere blad zich ontvouwde ervoer de vonk een geheel nieuw gevoel. Ze verlangde ernaar zich bij dat licht in de hemel te voegen. Ze voelde dat ze daar ooit deel van was geweest en op de een of andere manier ervan afgescheiden was geraakt. Alles wat ze nu verlangde was terug te keren naar die bron en weer heel te zijn.

Dus de vonk bleef duwen, harder en harder. Door dit duwen schoot de zaailing de hoogte in. Door moleculen uit de lucht te verzamelen en om te zetten in bouwmaterialen met hulp van de energie van de zon, werd de zaailing al snel een jonge boom. Er groeiden takken. Die takken kregen bladeren. En steeds maar bleef er die druk om hoger en hoger te gaan, op weg naar dat licht aan de hemel.

———

Het verlangen van de vonk naar dat licht was sterk en bestendig. Het maakte dat de boom een rijke bladerkroon liet groeien om zoveel licht als maar mogelijk op te vangen. De booms takken werden breder en hoger om hun bereik te vergroten. Binnen jaren die als momenten voelden was de boom boven alles om zich heen uitgegroeid. Maar de vonk bleef duwen omdat – hoe hard ze ook groeide – het licht steeds net buiten bereik leek te blijven. Soms dacht de vonk dat ze het licht bijna kon aanraken maar om de een of andere reden kwam ze nooit dicht genoeg bij om dat ook echt te doen.

Soms verzwakte het licht aan de hemel en verdween zelfs voor langere tijd. Op die momenten had de boom moeite om omhoog te blijven gaan. Dit deed de vonk vrezen dat ze haar doel niet zou gaan halen. Ze realiseerde zich dat ze vastzat in een enkel lichaam. Een lichaam dat kon falen. Het kon breken in een storm of verbranden in een bosbrand. Of het kon gewoon zijn fysieke grenzen bereiken en stoppen met groeien om uiteindelijk te verdorren en te sterven.

De gedachte te falen joeg de vonk grote angst aan. Om haar kansen te verbeteren begon ze licht om zich heen te verzamelen tot ze genoeg energie had om dat licht in kopieën van zichzelf te vormen. Ze liet de boom zaden groeien om die kopieën in te bewaren en die zaden te laten vallen in de grond waar ze veilig zouden zijn tot de omstandigheden juist waren om ze te ontwaken. Op die manier, redeneerde de vonk, zijn er altijd meer lichamen om te blijven streven, ook als dit lichaam het begeeft. Al zou slechts één van haar kopieën het doel bereiken, dat zou op zich voldoende zijn.

———

Seizoenen kwamen en gingen. Eeuwen vervlogen. The machtige boom was een uitgestrekt bos geworden, vol met leven. De vonk had nog niets van haar verlangen verloren maar voelde haar urgentie afnemen. Ze naderde het einde van wat ze kon bereiken met het fysieke lichaam waar ze in gevangen zat. Ze kon de boom niet hoger dwingen zonder hem te doden. Ze had meer kopieën van zichzelf uitgezaaid dan de grond om haar heen kon onderhouden.

Op een dag realiseerde de vonk zich dat ze zich had neergelegd bij de gedachte dat ze haar doel nooit zou halen. Ze had de grenzen bereikt van haar materiële bestaan. Haar verlangen naar het grote licht in de verte had ze behouden maar het geloof dat de kracht van haar verlangen groot genoeg was om de afstand te overbruggen was ze verloren.

Deze realisatie maakte de vonk zeer treurig. Haar diepste streven opgeven voelde als een verlies en een falen. Zonder haar streven stopte de boom met groeien. Er kwamen steeds minder bladeren. Het hout verdroogde en scheurde, zodat schimmels en insecten een kans kregen binnen te dringen om het leven van de boom van binnenuit te belagen. De vonk wist dat haar lichaam aan het sterven was en verzonk in wanhoop voor een moment dat jaren duurde.

———

Op een bijzondere heldere, zonnige dag ontwaakte de vonk uit haar zelfopgelegde duisternis. Ze observeerde de boom die ze had laten groeien van zaadje tot gigant. Ze zag het levende woud dat ze had doen ontstaan in de eeuwen van haar materiële bestaan. Ze wist dat elk levend wezen een vonk zoals zij was die ernaar verlangde zich te herenigen met het licht waar het aan ontsproten was.

Toen begon het haar te dagen: ze zag ineens wat ze al die tijd over het hoofd had gezien. Wanhoop veranderde in geluk. Met een laatste opleving van energie tooide de boom zijn kroon met bloemen om de wereld nog één keer zijn majestueuze schoonheid te tonen.

Op het hoogtepunt van deze schoonheid liet de vonk al haar verlangen varen; al haar gedrevenheid; al haar heimwee. Ze liet alles waar ze naar gestreefd had volledig los. Ze liet los, en daarmee ontglipte ze als vanzelf haar materiële gevangenis.

De vonk was vrij. Ze realiseerde zich dat ze nooit echt afgescheiden en alleen was geweest. Dat was slechts een illusie veroorzaakt door haar opsluiting in de materie. Door haar verlangen los te laten bereikte ze uiteindelijk haar ultieme doel.

Een kort moment, vlak voor ze oploste in de oneindige eenheid van haar oorsprong, keek ze met vreugde en dankbaarheid terug naar wat ze achterliet. De vonk verloor al haar bewustzijn van identiteit en gescheidenheid. Maar dat gevoel van pure vreugde en overweldigende dankbaarheid nam ze mee naar de bron en deed die nog een beetje helderder stralen; misschien niet heel veel, maar helderder niettemin.

©Bard 2021

Een gedachte over “De Vonk

  1. mooi. het is voor mij het verhaal van mijn spiritualiteit, mijn geloof. Van oorsprong en geboren en ontstaan in het goddelijke. Daarvan losgeraakt en verstrikt geraakt in materie, in het al-te-menselijke, individualistische hebberige ik (ego). Daarvan los te komen is het verlangen, het diepste verlangen wat mij beroert (= in beweging brengt). Om dan uiteindelijk als het je lukt weer terug te keren in het licht, in het goddelijke, bij God. Vonk, of ziel. Het wordt me weer iets helderder.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s