Opgesloten

Opgesloten
Labyrinth
Labyrinth – ©Bard 2015

Steeds weer liep hij vast in het doolhof dat hij zelf gecreëerd had. Het was gemaakt van herinneringen, fragmenten van verhalen en verzonnen gebeurtenissen. In zijn hoofd hadden deze bouwblokken zich samengevoegd en aaneengesloten tot ze hem omringden zonder een uitweg te bieden.

———

Hij had vaak geprobeerd te ontsnappen. Hij had geprobeerd een lijn van blokken van het begin tot aan het einde te volgen, en van het einde tot aan een uitgang. Maar de blokken herschikten zichzelf terwijl hij ze volgde. Some verscheen hetzelfde blok opnieuw en opnieuw. Of er verschenen splitsingen waar veel mogelijke verhaallijnen opengingen om tussen te kiezen. Welke lijn hij ook volgde, steeds weer liep hij vast in het doolhof dat hij zelf gecreëerd had.

Hij had geprobeerd blindelings van blok naar blok te springen, van herinnering naar half-vergeten beeld, in de hoop dat zulke willekeurige bewegingen him via toeval of geluk zouden leiden naar een onbewaakte opening, een vergeten deur of raam naar de wereld daarbuiten. Maar iedere deur bleek een draaideur die hem terug naar binnen voerde. Ieder raam was slechts een spiegel die eindeloos de door elkaar gehusselde blokken van zijn gefragmenteerde verhaal reflecteerde. En steeds weer liep hij vast in het doolhof dat hij zelf gecreëerd had.

Hij had zelfs geprobeerd helemaal te stoppen. Hij stopte met het volgen van verhaallijnen. Hij duwde ieder beeld of herinnering uit zijn hoofd voor hij zich bewust kon worden van hun inhoud en betekenis. Hij dwong zichzelf af te dalen in het duister van niet denken, niet voelen, niet bewust zijn. Maar in het diepst van dat duister kon hij niet anders dan het bewegende licht zien. Een vonk verscheen, miniem maar helder. Als hij erin slaagde die vonk te negeren sprong er een volgende op, en een volgende. Ze vormden rijen, patronen en ritmes. Ze schiepen vormden uit synchrone beweging. Ze dansten tot hij niet anders kon dan er zijn aandacht op richten. En zijn aandacht was alles wat ze nodig hadden om hem uit de leegte terug te leiden naar de verwarring van zijn geest. En steeds weer liep hij vast in het doolhof dat hij zelf gecreëerd had.

———

Opgesloten.

Opgesloten.

Opgesloten.

———

En toen ineens zag hij het. Tussen de o en de e. Een koevoet-vorige t die hij kon loswringen uit zijn positie. Nu alleen nog een paar keer goed schudden tot de letters hem vertelden wat hij moest doen. Nog net opgesloten maar nu met behulp van

zijn nieuwe gereedschap sloeg hij
de woorden open die hem
vasthielden sloeg hij
ze open sloeg
hij.

En hij zag als hij sloeg dat
er een opening was naar
buiten het doolhof
dat hij zelf gecreëerd had.

Buiten was er licht en oneindig potentieel. Buiten was de vrijheid om alles voor het eerst te ervaren. Hier kon hij wezen zonder geweest te zijn.

Hier werd hij nu.

En hier.

©Bard 2020

Het Mysterie

Het Mysterie
Het mysterie, @Bard 2019
Het mysterie, @Bard 2019

Het dorpje klampte zich vast aan de steile bergwand als een overmoedige bergbeklimmer die ineens besefte hoe hoog hij geklommen was en overmand door hoogtevrees zich niet meer durfde te verroeren. De huizen waren oud, vervallen en duidelijk in geen jaren onderhouden. Uit een paar verbrokkelde schoorstenen kringelde rook maar de meeste huizen waren verlaten en boden slechts beschutting aan de weinige vogels en knaagdieren die op deze hoogten konden overleven.

Vermoeid door de lange klim vanuit het dal hoopte hij bij een van de bewoonde huizen onderdak voor de nacht te vinden. Misschien zat er zelfs een warme maaltijd in of zachte slaapplaats, maar alleen wat warmte en beschutting tegen de snijdende wind zou al heel wat waard zijn.

In de dorpskern aangekomen koos hij het eerste de beste huis waar er rook uit de schoorsteen kwam. Het was amper een huis te noemen: het was een houten bouwsel dat tegen de stenen muur van het huis daarachter leunde als een oude man die op adem probeert te komen na een korte wandeling door een steile straat. Het huisje zag eruit zoals hij zich voelde. Misschien zou de herkenning tussen lotgenoten het makkelijker maken hem gastvrij te ontvangen?

Hij klopte op de deur.

Het duurde even voor hij hoorde hoe er een grendel werd weggeschoven en iemand met enige moeite de zware, scheefgezakte houten deur op een kiertje opentrok. Het gezicht van een oude man werd zichtbaar in de deuropening en keek hem nieuwsgierig aan met ogen die verrassend helder en levendig waren in dat oude, gerimpelde gezicht.

“Daar ben je dan.” zei de oude man, “Daar heb je lang over gedaan”. “Hoe bedoelt u.” zei hij verbaasd, “Verwachtte u me dan? Of heeft u me soms aan zien komen vanuit het dal”? “Nee, dat niet” zei de man, “maar ik wist dat er uiteindelijk iemand zoals jij zou komen en op mijn deur zou kloppen. Het bestaan van deze deur in mijn woning maakte dat onvermijdelijk.” “Hoezo?” zei hij verward, “Het bestaan van deze deur houdt toch geen verband met of er iemand wel of niet op komt kloppen? Een deur is gewoon een manier om een huis in en uit te gaan. Wat heeft mijn kloppen daarmee te maken?” “Aha!” zei de oude man triomfantelijk, “Precies! Een normale deur laat mensen naar binnen en naar buiten en ontleent daaraan zijn bestaan. Maar ik zit hier al binnen sinds dit huisje om mij heen is opgebouwd. Ik ga nooit naar buiten en geen van de dorpsbewoners zou er ooit over denken hier naar binnen te gaan. En toch is er deze deur. Zodoende!” De oude man liet dat laatste woord klinken als de triomfantelijke afsluiting van een overtuigend gewonnen debat.

Toen hij niet meteen antwoord gaf begon de oude man te lachen. “Geeft niets, hoor. Geeft niets. Ik verwacht ook niet dat je dit meteen kan begrijpen. Tenslotte heb ik hier mijn hele leven over nagedacht. Terwijl jij, als ik je zo zie, nog maar amper met denken bent begonnen.” De oude man duwde de deur nu verder open en nodigde hem met een sierlijke zwaai van zijn arm uit om naar binnen te komen. “Wees welkom in mijn domein, langverwachte reiziger.”

De glimlach van de oude man was te vriendelijk en te gul om tegen in te gaan. Hij volgde de oude man naar binnen de donkere ruimte in. Daar zag hij een matras en deken tegen de stenen muur en een lage tafel met daarop een brandende kaars en twee tinnen borden. In een hoek stond een houten krat met een waterkan, een paar bekers en wat stukken brood. In een inham in de stenen muur brandde een houtvuur waarvan de rook verdween door een rookgat in het dak. Verder was het vertrek leeg en kaal. Een plek om te schuilen tegen de winterstormen, meer niet.

De oude man gebood hem bij de tafel te gaan zitten en bood hem een stuk droog brood en een beker lauw water aan. “Neem het er van,” zei de oude man, “mijn paleis is jouw paleis, mijn overdaad de jouwe.” Nog steeds te verbouwereerd om te reageren at en dronk hij wat de oude man hem voorzette.

Zo zaten ze een tijdje in stilte.

Ineens kwam de oude man overeind en liep naar de buitenmuur. Die bleek een schuifpaneel te bevatten dat op een kiertje open kon. Zo was er net een klein stukje van de straat te zien. “Kom” zei de oude man, “het gaat zo gebeuren. Dit mag je niet missen.” Hij ging naast de oude man staan en keek samen met hem door de nauwe kier naar buiten. “Wat gaat er gebeuren dan?” vroeg hij, maar de oude man gebaarde dat hij stil moest zijn en moest blijven kijken.

En toen gebeurde het. Langzaam schoof er een koe door het beeld. Eerst was er de roze neus, toen een groot donker oog, een nerveus bewegend oor, een stukje van een hoorn. Vervolgens kwam de rug als een golf voorbij gerold. Het vertoon eindigde met de staart, met als allerlaatste de pluim die zwaaiend uit beeld verdween. En toen was er niets meer.

De oude man keek hem triomfantelijk aan. “Nu heb jij gezien waar ik al die jaren over heb nagedacht en op gestudeerd heb. Dit is het mysterie dat mij gevraagd werd op te lossen: het mysterie van de oorzakelijkheid.” Hij keek de oude man niet-begrijpend aan. “Het mysterie van wat?” vroeg hij. “Van de oorzakelijkheid, domoor. Het ontstaan en verdwijnen der dingen.” “Ik heb alleen een koe voorbij zien komen.” zei hij, “Wat heeft dat met oorzakelijkheid te maken?”

De oude man keek hem breed grijnzend aan. “Hij heeft alleen een koe voorbij zien komen. Een koe! Dat is alles. Het Universum openbaarde zich aan ons, het begin en het einde van alles ontvouwde zich voor onze ogen. En hij zag alleen een koe.” De oude man keek hem aan alsof er nu voldoende uitleg was gegeven en er een teken van begrip van hem verwacht werd. Toen dat uitbleef schudde de oude man zijn hoofd. “BOE!” riep de oude man, zo hard dat hij van schrik achteruit stapte en zijn hoofd hard tegen een lage balk stootte. “Boe! Boe! Boe!”, de oude man genoot zichtbaar van zijn reactie. Toen hij met een pijnlijk gezicht aan zijn hoofd voelde om te controleren of hij niet bloedde hield de oude man het helemaal niet meer. “Hij moest zijn hoofd opensplijten om het inzicht binnen te laten.” lachte de oude man. “Zijn ogen zijn gesloten, zijn oren zitten dicht, misschien dat het gat in zijn schedel wat licht binnenlaat.”

Opeens bedaarde de oude man, gebaarde dat hij moest gaan zitten en ging tegenover hem op de grond zitten. “Genoeg gelachen,” zei de oude man, “dit zijn serieuze zaken. Vertel me precies wat je hebt gezien, dan zal ik het je verklaren.”

Hij dacht na. “Ik keek naar de straat. Die kier in de deur is erg smal, dus veel kon ik niet zien. Toen kwam er een koe voorbij. Daarna was er alleen maar weer die straat te zien. Dat is alles.”

“Dat is alles?” de oude man schudde zijn hoofd. “Hoe makkelijk bagatelliseert de onverlichte geest het mysterie van het bestaan.” De oude man pauzeerde even, in gedachten verzonken. Toen ging hij verder: “Eerst was er de straat. Toen was er de koe. Toen weer de straat. Uitstekend. Dat heb je goed gezien. Maar wat je niet gezien hebt is waar het werkelijk om gaat. Waar komt die koe vandaan?” De oude man keek hem indringend aan. “Waar is die koe gebleven? Wat doet die koe verschijnen en verdwijnen?”

De oude man strekte zich nu in zijn volle lengte uit. “Ik heb hier mijn hele leven over nagedacht. Ik heb dit huis om me heen laten bouwen zodat ik me volledig op deze taak kon toeleggen en me nergens door zou laten afleiden. En uiteindelijk, na langdurige observatie en diepe reflectie presenteer ik je vandaag mijn antwoord. Omdat jij mijn deur gevonden hebt zal jij de eerste zijn die dit van mij verneemt. Luister …” opnieuw pauzeerde de oude man, om de spanning op te voeren.

“… het antwoord op het mysterie van het bestaan is dit: …” opnieuw een pauze … “de neus veroorzaakt de staart!”. Triomfantelijk keek de oude man hem aan. “De neus veroorzaakt de staart. Dat is het geheim.”

Hij keek de oude man met open mond aan. Dit kon niet waar zijn. Dit moest een grap zijn. Hij begon nerveus te lachen. “De neus veroorzaakt de staart? Is dat het? Is dat het antwoord op alles? Heb ik daarvoor mijn hoofd gestoten?” Zijn lachen was overgegaan in boosheid. “Oude man, je bent niet goed wijs. ‘De neus veroorzaak de staart’ is een oude koan, een Zen-boeddhistisch raadseltje. Het gaat over onze neiging om de dingen te verklaren op grond van onze beperkte waarneming. Als we vergeten dat we maar een klein stukje van de werkelijkheid zien, zijn we geneigd dat kleine stukje te generaliseren en er veel meer in te lezen dan we zouden moeten. We zien een zandkorrel en denken er de wetten van het heelal in te kunnen lezen. We zien een koe en denken er de schepping mee te kunnen verklaren. De neus veroorzaakt de staart niet. Dat is onzin. Die neus komt gewoon eerst omdat zo’n koe nou eenmaal vooruit loopt, en niet achterstevoren. Je haalt gewoon volgorde en oorzakelijkheid door elkaar.”

Hij stopte, om op adem te komen, maar ook om te zien hoe de oude man zou reageren. Zou hij boos worden op zijn kleine tirade? Had hij de oude man niet te hard aangepakt? Als hij de oude man moest geloven had deze zijn hele leven op dit antwoord zitten broeden. Had hij de oude man in de waan moeten laten en niet moeten tegenspreken?

Tot zijn verbazing bleef de oude man hem grijnzend aankijken. “Ben je klaar met je verhaal?” vroeg de oude man hem. “Een koan, zeg je? Een raadseltje over de beperktheid van onze waarneming? Als dat zo is, o zo wijze heer, leg me dit dan eens uit. Je hebt die koe voorbij zien komen; eerst de neus, daarna de staart, en toen niets meer. Waar is die koe dan gebleven? Kijk maar naar buiten. Helemaal niets. Alleen een lege straat. Kan jij me dat verklaren?” De oude man keek hem aan. “Ik dacht het niet.”

“Natuurlijk kan ik dat verklaren.” zei hij. “Die koe is gewoon de straat uitgelopen, op weg naar een weilandje ergens buiten het dorp. En daar staat ze nu tevreden te grazen. Of ze was op weg naar een stal hier ergens in de buurt. Simpel. Geen mysterie, geen openbaring, gewoon een koe op weg van A naar B.”

“Oh” zei de oude man, “simpel dus. Die koe staat gewoon ergens in een stal of in een weiland te grazen. Dat weet jij dus zeker?”

Hij knikte.

De oude man trok nu de deur voor hem open en zei: “Ik ga mijn huis niet uit en heb toch het Universum kunnen doorvorsen. Jij bent overal geweest maar hebt blijkbaar niets gezien. Ga jij maar eens kijken of je die koe kan vinden. En kom dan hier terug. Dan praten we verder.” De oude man wachtte tot hij naar buiten was gelopen en duwde de deur achter hem dicht.

Nu hij weer buiten stond keek hij eens goed om zich heen. Waar zou die koe naartoe gegaan zijn? De richting waar ze vandaan gekomen was was hoe hij bij het huis van de oude man was aanbeland. De koe was vervolgens langs de deur gelopen, dat nauwe, donkere steegje in. Hij deed een paar stappen in dezelfde richting. Tot zijn verbazing liep hij vrijwel direct tegen dezelfde stenen muur aan waar het huis van de oude man tegenaan leunde. Het steegje liep dood tegen die muur, die ook beide zijden van het straatje flankeerde. Een stenen muur, zonder deuren, ramen, of wat voor openingen dan ook. Het ‘steegje’ was niet veel meer dan een ondiepe nis in een hoge muur.

Maar waar was die koe dan? Dat beest kon nergens anders heen. De nis was amper diep genoeg om het hele beest te bevatten en toch had hij met eigen ogen gezien hoe het dier was langsgekomen en uit het zicht verdwenen was. Hij voelde voor de zekerheid aan alle zijden van de nis. Niets. Zware stenen, waar geen beweging in te krijgen was. Zijn verwarring was compleet. Hij draaide zich om en klopte op de deur van het huis van de oude man.

Die deed onmiddellijk open, nog steeds met die brede grijns op zijn gezicht. “Heb je die koe gevonden?” vroeg hij spottend. “Stond ze daar te grazen in dat imaginaire weiland van je? Of was ze in die prachtige stal van jouw verbeelding? Ik hoop dat je hier iets van leert, met je koan en je boeddhistische raadseltjes. De wereld openbaart zich aan hen die de wereld kunnen zien zoals ze is en dat wat ze zien kunnen duiden. Die koe is zowel het mysterie als het antwoord op alles. Ik zeg het je nog één keer, voordat ik je weer je eigen pad op stuur: de neus veroorzaakt de staart! En daar is alles mee gezegd.”

De oude man duwde de deur weer dicht terwijl hij mompelde “Oorzakelijkheid en volgorde door elkaar halen, m’n neus.” En met het verdwijnen van zijn gezicht achter de dichtslaande deur was ook de oude man voorgoed verdwenen.

©Bard 2020

De brug

De brug
De Brug
De Brug – ©Bard 2017

De weg was al lang geen echte weg meer. Hoe hoger hij kwam in dit berglandschap, hoe minder de weg was onderhouden. Asfalt had plaats gemaakt voor kasseien. Van een redelijk begaanbaar pad met hier en daar een provisorisch met bakstenen en grind gevulde kuil bleef uiteindelijk alleen een nauwelijks te belopen grindspoor over. En nu, enige uren nadat hij door een verlaten dorp gelopen was, was zelfs dat spoor amper nog te zien onder het gras en onkruid dat overal groeide.

Toch liep hij door, overtuigd dat hij door dit pad te volgen uiteindelijk zou komen waar hij moest zijn; waar dat dan ook wezen mocht.

Na een laatste steile klim stond hij voor een oude stenen brug over een smal maar diep ravijn. Het was duidelijk dat er al geruime tijd geen verkeer meer over deze brug ging. De brug was al net zo begroeid als het pad, alsof het groen zelf de kloof overspande en de brug zonder die begroeiing allang de diepte in gestort zou zijn.

Aarzelend liep hij naar de rand van de brug. Hij keek naar beneden en zag hoe honderden meters lager een snelstromende rivier zich tussen grote rotsblokken door wrong. Vaag kon hij vanuit de diepte het geraas van het water horen. Het geluid klonk dreigend, bijna kwaad, alsof de geest van de rivier zich irriteerde aan de rotsen die haar weg belemmerden.

Door de zilveren nevel die vanuit de kloof omhoog steed kon hij net de overkant van de brug zien. Het pad leek zich daar weer te verbreden. Het landschap zag er ook meer begaanbaar uit aan die kant met minder steile rotswanden en veel meer met gras begroeide glooiende hellingen.

Het was hem volkomen duidelijk dat zijn bestemming aan de overkant van de brug lag. Daar zou hij de beloning vinden voor de lange klim die hij de afgelopen dagen gemaakt had. Nu alleen nog even die brug oversteken. De rest zou bijna vanzelf gaan. Vervuld met nieuwe hoop liep hij zonder verder na te denken de brug op.

Na een paar stappen merkte hij dat de brug begon mee te trillen met zijn voetstappen. Bij elke stap werd de trilling erger tot hij de brug voelde schudden elke keer als hij zijn voeten neerzette. Bang geworden begon hij sneller te lopen, met als gevolg dat het schudden nog erger werd. De hele brug was nu in beweging. Bijna halverwege begon hij te rennen. Even dacht hij dat hij het zou gaan halen maar toen kwam de weg voor hem in een soort golfbeweging omhoog om vervolgens onder zijn voeten compleet te desintegreren.

Hij viel en had nog net tijd om te bedenken dat hij voorzichtiger had moeten zijn. Toen raakte hij de rotsen. Zijn levenloze lichaam werd door de rivier meegesleurd zonder verder een spoor na te laten.


Na een laatste steile klim stond hij voor een oude stenen brug over een smal maar diep ravijn. Het was duidelijk dat er al geruime tijd geen verkeer meer over deze brug ging. De brug was al net zo begroeid als het pad. Het leek alsof het groen zelf de kloof overspande en de brug er alleen nog hing omdat de begroeiing haar overeind hield.

Aarzelend liep hij naar de rand van de brug. Hij had het vage gevoel dat hij dit al eens eerder had gezien. Het leek hem dat hij het landschap aan de overkant herkende. Het maakte hem onrustig, alsof er iets was dat hij zich zou moeten herinneren dat net buiten zijn bereik bleef.

Hij liep naar voren en zag naast de weg de vervallen resten van wat een wegwijzer of waarschuwingsbord geweest zou kunnen zijn. Hij trok het bord de weg op om het beter te bekijken. Niets. Als er al iets op had gestaan was het door de tijd en het weer volledig vervaagd. Hij liet het bord voor zich op de weg terugvallen.

Het was hem volkomen duidelijk dat zijn bestemming aan de overkant van de brug lag. Daar zou hij de beloning vinden voor de lange klim die hij de afgelopen dagen gemaakt had. Maar die brug zag er niet erg betrouwbaar uit. Het bord gaf hem ook een licht ongerust gevoel. Toch besloot hij door te lopen. Tenslotte zag de overkant er wel erg verleidelijk uit. Hij stapte over het bord de brug op.

Na een paar stappen merkte hij dat de brug begon mee te trillen met zijn voetstappen. Bang geworden begon hij sneller te lopen. De hele brug was nu in beweging. Bijna halverwege begon hij te rennen. Even dacht hij dat hij het zou gaan halen maar toen kwam de weg voor hem in een soort golfbeweging omhoog en viel onder zijn voeten uit elkaar.

Hij viel en had nog net tijd om te bedenken dat hij beter had moeten luisteren naar zijn voorgevoelens. Toen raakte hij de rotsen. Zijn levenloze lichaam werd door de rivier meegesleurd zonder een spoor na te laten.


Na een laatste steile klim stond hij voor een oude stenen brug over een smal maar diep ravijn. De brug was al net zo begroeid als het pad.

Aarzelend liep hij naar de rand van de brug. Hoewel hij nog nooit in deze bergen geweest was wist hij vrijwel zeker dat hij deze plek al eens eerder had gezien. Ook het landschap aan de overkant zag er bekend uit. Het maakte hem onrustig, alsof er iets was dat hij zich zou moeten herinneren dat net buiten zijn bereik bleef.

Hij liep naar voren en zag midden op de weg een oud waarschuwingsbord liggen. Hij vroeg zich af wie het daar neergelegd had en waarom. Helaas was er op het bord niets te lezen. Zonder precies te weten waarom pakte hij een stuk kalksteen van het pad en kraste een paar woorden in het verweerde hout. Hij keek naar wat hij geschreven had en lachte om zichzelf. Hij moest zich niet zo aanstellen, dacht hij. Zo erg kon het niet zijn? Toch zette hij het bord zorgvuldig overeind tegen een grote steen aan het begin van de brug voor hij weer naar de overkant keek.

Het was hem volkomen duidelijk dat zijn bestemming aan de overkant van de brug lag. Maar dat bord had hem even van slag doen raken. Toch besloot hij door te lopen. Hij was al te ver gekomen om nu nog om te draaien en terug te gaan.

Na een paar stappen merkte hij dat de brug begon mee te trillen met zijn voetstappen. Ongerust nu ging hij steeds sneller lopen tot hij halverwege gekomen voluit aan het rennen was. Even dacht hij dat hij het zou gaan halen. Maar de weg kwam voor hem in een soort golfbeweging omhoog om daarna onder zijn voeten kompleet te verkruimelen.

Hij viel en had nog net tijd om zichzelf te verwijten dat hij niet was omgekeerd toen hij dat bord bij de brug had gezien. Hij had op zijn intuïtie moeten vertrouwen. Toen raakte hij de rotsen. Zijn levenloze lichaam werd door de rivier meegesleurd zonder een spoor na te laten.


Na een laatste steile klim stond hij voor een oude stenen brug over een smal maar diep ravijn. Hij wist vrijwel zeker dat hij deze brug al eens eerder had gezien. Ook het landschap aan de overkant zag er bekend uit. Hij voelde zich opgejaagd en bang, alsof hij zich heel dringend iets belangrijks moest herinneren maar er net niet bij kon komen.

Hij liep naar voren en zag tegen een steen aan het begin van de brug een oud, verweerd bord geleund staan. Het was duidelijk neergezet om gezien te worden. Hij veegde wat stof en vuil van het bord af en zag dat iemand met krijt iets in het bord gekrast had. Met wat moeite las hij “Pas op! Gevaarlijke brug. Instortingsgevaar.” Hij vroeg zich af wie het bord daar neergezet had en hoe lang geleden. Hij keek naar de overkant van de kloof.

Het was hem volkomen duidelijk dat zijn bestemming aan de overkant van de brug lag. Maar die brug zag er niet erg betrouwbaar uit. En dat bord was wel erg onheilspellend.

Aarzelend liep hij naar de rand van de brug. Hij keek naar beneden en zag hoe honderden meters lager een snelstromende rivier zich tussen grote rotsblokken door wrong. Vaag kon hij vanuit de diepte het geraas van het water horen. Het geluid klonk dreigend, bijna kwaad, alsof de geest van de rivier zich irriteerde aan de rotsen die haar weg belemmerden. Hij kon zich goed voorstellen hoe het zou zijn om naar beneden te vallen en op die rotsen te pletter te slaan. Het water zou zijn levenloze lichaam meesleuren zodat er geen spoor meer van hem te zien zou zijn.

Hij keek nog één keer naar het lokkende landschap aan de andere kant van de brug.

Toen draaide hij zich om en met een gevoel van opluchting gemengd met teleurstelling begon hij aan de lange tocht terug naar beneden, waar hij op zoek zou gaan naar een andere manier om aan de overkant te komen.

©Bard 2020

Op een dag …

Op een dag …

UntitledOp een dag was het genoeg. Bijna veertig jaar lang had hij geprobeerd te leven zoals anderen dat van hem verwachtten. Maar hoezeer hij ook zijn best had gedaan zich aan te passen, helemaal was dat nooit gelukt. Het bleef een toneelstuk. Weliswaar zo goed ingestudeerd dat hij zelf regelmatig bijna kon vergeten dat het slechts een rol was die hij speelde. Maar dan gebeurde er iets, een ontmoeting, een opmerking, een passage in een boek of een onverwacht vergezicht tijdens een wandeling of autorit; telkens was er iets dat hem weer tot besef bracht van de onechtheid van wie hij trachtte te zijn.

En nu ging het echt niet langer. Hij kon in zichzelf niet langer de kracht vinden het masker weer op te zetten, zijn plaats terug te vinden in het script en netjes op tijd de volgende handelingen in het stuk op te voeren. Hij geloofde er niet meer in.

Hij nam niet eens de moeite om iets in te pakken of mee te nemen. Gewoon zoals hij zich die ochtend had aangekleed, in zijn t-shirt en spijkerbroek, liep hij zijn huis uit, wetend dat hij er nooit meer terug zou komen.

Hij liep eerst naar het einde van de straat. Op de hoek aangekomen draaide hij zich om en zag zijn huis als een miniatuurtje aan de horizon staan. Hij kreeg een idee: met één oog dichtgeknepen strekte hij zijn hand uit in de richting van het huis. Uiterst voorzichtig pakte hij het gebouwtje tussen duim en wijsvinger vast en begon te trekken. Na wat heen en weer wrikken en wiebelen, als een tandarts die een weerbarstige kies moest trekken, wist hij het huis los te krijgen van zijn funderingen. Hij schudde nog wat aarde en zand van de bodem af en stak het kleinood in zijn zak. Tevreden liep hij de straat uit – nu zou hij nooit zonder huis zitten, waar hij ook terecht kwam.

©Bard 2020

Het Sociale Weefsel

Het sociale weefsel is een magisch weefsel
Geweven uit onze verplichtingen
Uit schulden gemaakt en gunsten verleend
In het algemeen belang

Geweven uit onze hoop en dromen
De verwachting van een betere toekomst
Herinneringen aan een gouden verleden
En de verhalen die we samen delen

Het sociale weefsel is een kwetsbaar weefsel
Dat kan verzwakken en kan scheuren
Door eigenbelang en hebzucht
Door achterbaksheid en verraad

Ontrafeld en uitelkaar gescheurd
Door geweld en machtsmisbruik
Door verdeeldheid en haat
En de politiek van de angst

Het sociale weefsel is een kostbaar weefsel
Dat ons behoedt met haar beschutting
Ons de kans geeft te kiezen tussen
mededogen en onverschilligheid

Zonder dit doek om ons te kleden
Zouden wij naakt staan in de wereld
In een ijzig donker Universum
Elk van ons alleen

Bard – 2019

Het Maken van een Parelsnoer – Stap 7

Goed voorbereid en goed geplanned zijn we nu klaar om te beginnen aan de volgende etappe van onze reis. We moeten er niet van uit gaan dat alles precies zo gaat als we geplanned hebben; dat doet het leven meestal niet. We moeten daarom regelmatig onze vooruitgang controleren met behulp van de ZIVs die we hiervoor hebben opgesteld. Dit geeft ons de kans dingen bij te stellen terwijl we onderweg zijn. Op koers blijven en tegelijkertijd reageren op de wereld die om ons heen beweegt en verandert is een balanceerkunst. En net als het bewandelen van het slappe koord vereist ook dit aanzienlijke vaardigheid. Een vaardigheid die we alleen kunnen aanleren door daadwerkelijk dat koord op te gaan. Om er dan weer af te vallen. Diverse keren in het begin, dan steeds minder naarmate we er beter in worden. Zolang we dat vallen niet als falen zien is elke val gewoon deel van het leerproces. We trekken onze kleren recht, halen een paar keer diep adem, en gaan weer terug het koord op om het opnieuw te proberen.

Stap 7: Het Waarmaken

Als we ons pad volgen moeten we beducht blijven voor obstakels en kansen die we onderweg tegenkomen. Er is ook wel wat waars aan het oude cliché dat elk obstakel tevens een nieuwe kans is. Op z’n minst is elke tegenslag of uitdaging een kans om er iets van te leren. We komen vooral vaak weerstand, tegenslag en obstakels tegen aan het begin van een nieuwe reis. Vooral als die reis ons nogal ver voert van hoe we ons in het verleden presenteerden. Hoe meer we afwijken van wat de wereld van ons verwacht of gewend is, hoe meer die wereld ons zal proberen tegen te houden. En ons terug te duwen naar waar het comfortabel is – voor de wereld. Laten we dit onthouden als we weerstand tegenkomen en het zien als een teken dat we in de goede richting bewegen. Het is meestal een teken dat we ons aan het ontdoen zijn van de ankers die ons hiervoor op onze plaats hielden.

Maar we moeten ook ons onderscheidingsvermogen blijven gebruiken. Niet alle weerstand en tegenslagen zijn persé tekenen van vooruitgang. Soms lopen we op tegen echte, onvoorziene obstakels. Wellicht komen we moeilijkheden tegen die we onderschat hebben of helemaal niet zagen aankomen. Soms kunnen we ook zijn gaan afdwalen van ons ideale pad. Als onze bewuste geest did niet opmerkt kan het zijn dat ons onderbewuste op deze manier ons een boodschap probeert te sturen. Wellicht probeert het ons te vertellen dat we beter moeten opletten en weer terug op het pad moeten komen. De enige manier om er achter te komen wat er feitelijk aan de hand is is om de situatie met emotionele afstandelijkheid te onderzoeken. Wat zijn de bron en de aard van de weerstand waar we op stuiten? Wat is onze eigen bijdrage aan deze weerstand? Hoe groot is het probleem waar het ons voor plaatst? Wat zegt onze intuïtie over deze situatie?

We kunnen ook onze ZIVs gebruiken om in te schatten hoe serieus de problemen zijn die zich aan ons presenteren. Hoeveel en welk deel van onze gewenste vooruitgang wordt hierdoor tegengehouden of vertraagd? Is het een essentieel onderdeel van ons verhaal of is het iets dat we kunnen uitstellen of omzeilen?


Ik was al een tijdje aan het onderhandelen met een overheidsklant. Toen, zoals in Australië wel vaker gebeurt, veranderde ineens het politieke landschap. Dat veroorzaakte golven van verandering door alle cirkels van de overheid. Departementshoofden werden vervangen. Hele departementen werden samengevoegd, gesplitst of zelfs helemaal opgeheven. Beslissingen werden opgeschort en initiatieven werden uitgesteld of afgeblazen omdat de budgetten bevroren waren. Het leek erop dat wat een vliegende start van mijn bestaan als onafhankelijk adviseur hadden moeten zijn hier in de kiem gesmoord werd.

Nadat ik eerst even mijn hart had gelucht bij een paar vrienden (ik ben ook maar een mens) deed ik een bewuste oefening van afstandelijke observatie. Hoe belangrijk was deze tegenslag in mijn huidige reis om een schrijver en publiek spreker te worden? Het werk was interessant en het inkomen altijd welkom. Maar het contract was niet bepaald essentieel in het waarmaken van mijn ambities. Misschien was dit uitstel juist een verkapte zegen.

Het werken met grote overheidsklanten kan erg veeleisend en tijdrovend zijn. Het wordt vaak snel ingewikkeld. Veel tijd gaat vaak verloren aan de formele en organisatorische aspecten van het werk, naast het eigenlijke werk zelf. Wat begint als een part-time opdracht kan al snel een volledige baan worden.

Na enige introspectie, meditatie en overleg met mijn partner werd het me duidelijk. De uitgestelde onderhandelingen waren niet kostbare tijd verloren, maar kostbare tijd gewonnen. Het gaf me tijd om te schrijven en tevens een duidelijker, sterker verhaal te ontwikkelen on de wereld te laten zien. Dat betere verhaal zou me ook een betere uitgangspositie geven om later de onderhandelingen mee te hervatten. Het zou me helpen om de opdracht nog meer in de richting van mijn kernvaardigheden te sturen en beter aan te sluiten op de onderwerpen waar ik bekend om wil zijn. Het zou me ook tijd geven om me ervan te verzekeren dat de klant serieus was in hun wens om de veranderingen door te voeren die ze mij vroegen te faciliteren.

Alles bij elkaar bleek het uitstel veroorzaakt door een verandering in de overheid een uitstekende aanleiding tot reflectie en onderzoek. Het gaf me de kans om mijn eigen onzekerheden, zorgen en angsten onder ogen te zien. Het dwong me te herzien waar ik mijn energie en aandacht op moest richten om mijn verhaal waar te maken zoals ik voor ogen had. En het hielp me om mijn focus te hervinden en met hernieuwde energie dit boek af te maken. En dat was tenslotte de hoogste prioriteit op mijn lijst.


Obstakels en weerstand kunnen dus helpen om scherp te blijven en de nodige koerscorrecties aan te brengen. Maar wat gebeurt er als we alle obstakels overwinnen? Als we erin slagen de weerstand die we tegenkomen achter ons te laten? Als onze ZIVs ons vertellen dat we perfect of schema liggen, betekent dat dan dat we onze levensdoelen aan het behalen zijn? Betekent dat altijd dat we rechtstreeks op weg zijn naar ons volmaakte levensverhaal?

Niet persé. Er is nog een valkuil waar we in terecht kunnen komen als alles bijna te goed gaat om waar te zijn. Dat is het gevaar van de gelokaliseerde optimalisatie.

Stel je je een groepje onderzoekers voor op zoek naar de hoogste berg in een bepaald gebied. Hun opdracht is om door te gaan tot ze niet hoger kunnen komen. Als ze het hele terrein kunnen overzien is dit niet zo moeilijk. Ze kunnen een weg uitstippelen naar de hoogste top en vervolgens zo direct mogelijk daarheen gaan. Met beperkte zichtbaarheid – zoals mist of duisternis – wordt de situatie een stuk moeilijker. Als ze maar een paar meter vooruit kunnen kijken is het enige teken dat ze vooruitgang boeken dat ze omhoog gaan in plaats van omlaag. Dat kan er echter toe leiden dat ze de eerste de beste heuvel beklimmen die ze tegenkomen en vervolgens vast komen te zitten. Iedere verdere stap brengt ze lager, niet hoger. Hoe kunnen ze te weten komen, zonder uitzicht op de volgende top, of ze nog verder moeten zoeken en zo ja in welke richting?

Ja, dat is hoog, maar is er nog iets hogers? - ©Bard 2017
Ja, dat is hoog, maar is er nog iets hogers? – ©Bard 2017

Als de dingen te voorspoedig gaan op onze reis is er het risico dat wij ook vast komen te zitten op een plaatselijke heuvel. Dat is gedeeltelijk een probleem met de zichtbaarheid. Het is moeilijk om de toekomst te zien en de volgende heuvel ligt misschien buiten ons huidige gezichtsveld. Maar er is ook het risico van comfort en onzekerheid.

Een top beklommen hebben geeft ons een gevoel van iets gepresteerd te hebben. Onze ZIVs geven aan dat we een doel bereikt hebben. We zijn zichtbaar beter af. We zijn dichter bij ons eindpunt. Dat gevoel van prestatie geeft ons een gevoel van comfort, van tevredenheid. Het voelt goed om op koers te liggen.

Maar vanuit dat comfortabele gevoel houdt elke vervolgstap een risico in. We konden weleens achteruit gaan of de verkeerde kant op. Waarom zouden we dat risico nemen? Waarom zouden we dit comfortabele gevoel opgeven voor de onzekerheid van een nieuwe ontdekkingsreis?

En zelfs als we de contouren van een nog hogere berg in de verte kunnen ontwaren kan onzekerheid ons tegenhouden. We zijn toch OK waar we nu zijn? Die andere berg kan dan hoger zijn maar het zal niet eenvoudig zijn om daar te komen. Voordat we die nieuwe prestatie kunnen halen moeten we eerst een deel van wat we al bereikt hebben opgeven. We zijn er wellicht ook niet zeker van of we wel de vaardigheden in huis hebben om die volgende berg aan te kunnen. Waarom zouden het risico nemen al het goede dat we bereikt hebben kwijt te raken voor een doel dat we misschien niet eens kunnen bereiken?

Deze combinatie van comfort en onzekerheid kan ons klem zetten. Ik zeg niet dat er iets verkeerd is aan het vinden van een gelokaliseerd optimum en daar blijven zitten. Dat is een persoonlijke beslissing die iedereen voor zichzelf moet nemen. Ik zal de laatste zijn om mensen het plezier te ontnemen van een mooie plaatselijke top te beklimmen en daar te genieten van het uitzicht. Maar als we ons toewijden aan een leven van ontdekking en ontwikkeling moeten we onszelf van tijd tot tijd nieuwe uitdagingen geven. We moeten de moed hebben om verder te kijken dan dat mooie uitzicht en onderzoeken wat nog niet ervaren en niet leren door hier te blijven steken.

Obstakels en tegenslag kunnen geweldige kansen bieden voor overdenking, onderzoek en leren. Tijden van prestaties en voorspoed kunnen ons afleiden van groei en verdere ontwikkeling. De kunst van het voortzetten van onze reis ligt in het vinden van een onthecht perspectief. Voorspoed en tegenslag zijn beiden slechts voorbijgaande fases waar we ons niet door moeten laten tegenhouden. We nemen ze waar, ontvangen de lessen die ze ons te bieden hebben en gaan dan verder. Er is altijd meer te onderzoeken en meer te leren. Er is altijd een nieuw verhaal te ontdekken, net voorbij de horizon.

Het Maken van een Parelsnoer – Stap 6

Het verschil tussen ‘wishful thinking’ en kiezen voor een nieuwe richting voor onze toekomst ligt in het hebben van een actieplan. Dit betekent niet dat we alles moeten weten over wat er moet gebeuren. In een complexe wereld en constant verschijnende en veranderende toekomst kunnen we nooit echt alles zeker weten. Het beste waar we op kunnen hopen is genoeg duidelijkheid te hebben over onze richting en genoeg inzicht in onze huidige situatie om te weten welke stappen we als eerste moeten nemen. Elke reis begint met een eerste stap, en dan de volgende, en de volgende. Die paar stappen is wat we moeten weten waar te maken, met het vertrouwen dat de daaropvolgende stappen ons duidelijk worden naarmate we ons verder wagen op onze reis

Stap 6: Het maken van een actieplan

Er zijn minstens zoveel plannings-methodes en hulpmiddelen als er boeken zijn geschreven over het onderwerp. Iedereen moet zich vooral vrij voelen om de gereedschappen te gebruiken waar ze zich prettig bij voelen. Toch zijn er een aantal punten waar ik even bij stil wil staan, omdat ze met name van belang zijn voor het plannen van een persoonlijke reis.

Doelen

De eerste stap in het planningsproces is er zeker van te zijn dat we onze doelen duidelijk genoeg voor ogen hebben. Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar het vereist wel enige introspectie. Totdat we ze werkelijk in concrete termen omschreven hebben zijn onze doelen vaak vrij vaag en ongenuanceerd. Concrete termen gaan over de zichtbare, tastbare en ontastbare verschillen die we verwachten te zien als we onze eindbestemming bereiken. De doelen waar we het hier over hebben gaan over onze persoonlijke ontwikkeling. Helder voor ogen hebben wat we eigenlijk willen bereiken met de doelen die we ons stellen is belangrijk om onze motivatie en inspiratie vast te houden gedurende onze reis.


Ik heb het bedrijfsleven verlaten om boeken te schrijven en mezelf te ontwikkelen als publieke spreker en facilitator rondom de onderwerpen die ik belangrijk vindt. Ik moet daarbij genoeg inkomen genereren om een redelijke levensstandaard te kunnen onderhouden. Ik wil mijn werklast goed verdelen zodat er een goede balans is tussen de tijd die ik in het openbaar optreed en de tijd die ik nodig heb om nieuwe inhoud te ontwikkelen. Mijn werk is bedoeld om mensen te motiveren en inspireren positieve veranderingen in hun eigen leven aan te brengen, dus ik moet genoeg mensen bereiken om het gevoel te hebben dat mijn werk iets betekent in deze wereld. Tevens realiseer ik me dat dit slechts een volgende fase is in mijn doorlopende reis van zelf-verwezenlijking en dus wil ik wel het gevoel blijven houden dat ik aan het onderzoeken, leren en groeien ben in alles wat ik doe.

Om dit meer concreet te maken heb ik mijn doelen als volgt samengevat:

  1. 2-4 openbare spreekbeurten per maand gedurende 6 maanden per jaar, zodat de andere 6 maanden vrij blijven voor andere activiteiten, inclusief schrijven;
  2. Genoeg inkomen uit mijn openbare optredens om me in staat te stellen zeer kieskeurig te zijn in het aannemen van werk dat ik relevant, de moeite waard en leuk vind om te doen;
  3. Voortdurende verbetering van mijn presenteer-vaardigheden, zodat ik meer voldoening en effect heb maar minder energie verbruik;
  4. Een groeiende invloed zodat meer mensen geïnspireerd raken door de inhoud van wat ik presenteer om positieve actie te ondernemen;
  5. Een dieper begrip en inzicht in de onderwerpen waar ik me mee bezig houd;
  6. Een doorlopend gevoel van persoonlijke groei en vooruitgang op mijn persoonlijke reis van zelf-onderzoek en zelf-verwezenlijking.


Zichtbare Indicators van Vooruitgang

Doelen worden gidsen als we ze kunnen omzetten in waarneembare verschillen, zodat we kunnen zien dat we in de juiste richting gaan. Ze zijn vaak niet echt objectief ‘meetbaar’ – ontastbare doelen zijn dat bijna nooit. Maar, voorzover mogelijk, moeten we ze toch proberen te beschrijven op een manier die ons helpt te zien wanneer we ze bereiken of wanneer ze ons ontglippen. We moeten de verschillen die we verwachten te bereiken zo helder voor ogen hebben dat we onszelf en onze omgeving regelmatig kunnen scannen voor tekenen dat we de gewenste verschillen aan het creëren zijn.

Omdat we een reis aan het plannen zijn, geen plotselinge sprong naar onze eindbestemming, moeten we een manier bedenken om ‘vooruitgang’ in kaart te kunnen brengen. Naast tekenen dat we onze doelen bereikt hebben moeten we ook tekenen bedenken die ons vertellen dat we onze doelen benaderen. We kunnen zulke tekenen ‘Zichtbare Indicators van Vooruitgang’ (ZIVs) noemen. Als we ze goed formuleren zijn ZIVs uitstekende gereedschappen om ons te helpen door te zetten, zelfs als onze einddoelen nog ver in de toekomst liggen en moeilijk bereikbaar lijken.

We kunnen de volgende vragen gebruiken on ZIVs toe te voegen aan onze doelen:

  1. Als dit doel bereikt is, wat is het verschil dat we dan kunnen zien? Wat verandert er eigenlijk als we hierin slagen?
  2. Als dit doel benaderen, hoe zien we dan dat we dichter bij komen? Wat verandert er wanneer ik op het juiste pad ben en de juiste kant opga?
  3. Als we van het doel afraken, hoe zien we dan dat we niet langer op de juiste koers liggen? Wat verandert als we de verkeerde kant opgaan?

Met gebruikmaking van deze drie vragen kwam tot de volgende ZIVs voor een paar van mijn doelen:

  1. Openbare optredens:
    1. bereikt: genoeg boekingen voor het hele komende jaar
    2. benaderend: a groeiende pijplijn van prospects, uitnodigingen en verzoeken om informatie en voorstellen
    3. verder verwijderd rakend: geen reacties op mijn pogingen om belangstelling te genereren
  2. Inkomen:
    1. bereikt: al onze vaste uitgaven zijn gedekt, met daarbij geld om te sparen, geld voor onverwachte uitgaven en voor uitstapjes en vakanties
    2. benaderend: a groeiende pijplijn van mogelijke klanten, voorstellen en een paar betalende klanten
    3. verder verwijderd rakend: niets in de pijplijn en geen uitzicht op inkomen voor de komende 6 maanden
  3. Verbeteren van mijn presentatie-vaardigheden:
    1. bereikt: ik krijg meer energie uit het geven van presentaties dan ik erin steek
    2. benaderend: ik voel me vaker opgeladen dan leeggelopen na een presentatie
    3. verder verwijderd rakend: ik voel me bijna altijd meer uitgeput dan opgeladen na een presentatie

Op dit moment kan ik naar eerlijkheid zeggen dat ik doel 1 heel langzaam aan het benaderen ben, doel 2 nog niet dichterbij zie komen (ik heb er ook nog niet zo hard aan gewerkt), en dat ik voor doel 3 nog een paar presentaties meer moet geven om er iets met zekerheid over te kunnen zeggen, al waren de paar die ik tot nu toe gegeven heb veelbelovend.


Acties kiezen

Met onze doelen en ZIVs bepaald hebben we nu een leidraad die ons kan helpen onze toekomstige acties doelbewuster te kiezen. We moeten wellicht een aantal nieuwe vaardigheden leren en oefenen, sommige handelingen vaker doen en anderen juist verminderen of helemaal stopzetten. Op die manier vormen de keuzes die we nu maken de fundamenten van de toekomst die we willen creëren.

Bij het kiezen van onze acties is het bepalen wat we NIET gaan doen misschien wel het moeilijkst. We leven in een drukke wereld. Er zijn altijd meer dingen te doen dan we kunnen hopen af te maken. Veel van die bezigheid komt voort uit de verwachtingen die andere mensen van ons hebben. Onze banen, familie, sociale cirkels, ze proberen allemaal beslag te leggen op onze tijd en aandacht. Daarbovenop is er een constante overvloed van media (sociale en a-sociale) die constant proberen onze aandacht te vangen.

Hier zullen we voldoende discipline moeten hebben om onnodige afleidingen te vermijden en rigoureus het aantal dingen dat we in een bepaalde tijd proberen te doen verminderen. We moeten het verschil begrijpen tussen dringend en belangrijk. We moeten onderscheid maken tussen wat gevraagd wordt en wat nodig is. We moeten kiezen tussen wat er van ons verwacht wordt en wat nuttig voor ons is. En dan moeten we de discipline hebben om ons aan die keuzes te houden.


De voornaamste activiteit waar ik veel gedisciplineerder in moest worden is in het schrijven. Ik heb het publiceren van een aantal boeken gekozen om mijn reputatie te versterken als autoriteit in de gebieden waar ik bekend voor wil zijn. Boeken schrijven is moeilijk en tijdrovend. Er is ook het probleem van de inspiratie en de juiste stemming die je moet hebben om te schrijven. In het verleden stelde ik het schrijven dan ook vaak uit. Ik verzamelde eindeloze hoeveelheden ‘ondersteunend bewijs’ – waarvan ik het meeste nooit gebruikte. Ik bleef boeken van anderen lezen voor ‘inspiratie’. En vaak bleef ik uren naar een leeg scherm staren wachtend totdat de juiste zin of het gouden idee me zouden invallen.

Om dit uitstelgedrag te overwinnen stelde ik mezelf dagelijkse doelen: ik zou minimaal twee pagina per dag schrijven. Ik zorgde er ook voor dat ik iedere dag een paar uur vrijhield puur voor het schrijven. En dan ging ik er goed voor zitten, zette alle bronnen van afleiding uit en ging stug aan het schrijven. Wat dit deed werken was mijn bewuste beslissing om gewoon te blijven schrijven. In plaats van te proberen perfecte zinnen te construeren en prachtig uitgewerkte passages typte ik vaak gewoon wat me op dat moment voor de geest kwam. Of ik stelde me voor dat ik met iemand in gesprek was en iets probeerde aan ze uit te leggen. En dan schreef ik zo letterlijk mogelijk dat gesprek neer.

De tijd makend om te zitten schrijven - ©Bard 2018
De tijd makend om te zitten schrijven – ©Bard 2018

In het begin was dit veel moeilijker dan het misschien klinkt. Ik moest me echt concentreren om mijn innerlijke critici te negeren – die zeurende stemmetjes in mijn hoofd die maar bleven roepen dat wat ik schreef niet goed genoeg was – en stug te blijven doorschrijven. Het doel was om mijn gedachten op papier te krijgen. Het afwerken en bijschaven tot samenhangende teksten en kunstige stukjes taal zou later wel komen. Zelfs als ik vond dat ik niet veel zinnigs te zeggen had bleef ik gewoon doortypen.

Wat deze gedisciplineerde en koppige manier van schrijven me geleerd heeft is dat de kunst van het schrijven werkelijk de kunst van het schrappen is. Veel van wat ik heb uitgetypt heeft het niet overleefd en is niet terug te vinden in enig boek of blog die ik geschikt vond voor publicatie. De waarheid is dat om dingen te kunnen schrappen je ze eerst moet hebben opgeschreven. Ik heb ontdekt dat het veel makkelijker is om een rammelend en slecht geschreven opgeblazen stuk tekst terug te brengen tot iets elegants, dan te proberen iedere zin direct de eerster keer perfect te krijgen.

Het heeft me ook geleerd dat het proces schrijven zelf een proces van onderzoeken en ontdekken is. Het is een andere manier van het vasthouden en structureren van mijn gedachten. Het verandert de manier waarop ik over dingen nadenk. Het brengt diepte en samenhang in ideeën. Het helpt me om losstaande ideeën met elkaar te verbinden. Het brengt gaten in mijn denken aan het licht. Veel van wat ik nu als mijn beste ideeën beschouw vormden zich pas tijdens het teruglezen en uitpluizen van teksten die dagen of weken eerder geschreven had.


Prioriteiten stellen

Kiezen wat te doen en niet te doen werkt alleen goed als we duidelijke prioriteiten kunnen stellen. De wereld heeft een onuitputtelijke honger naar onze arbeid en aandacht, terwijl wij maar een beperkte hoeveelheid van beiden te geven hebben. Wij moeten ervoor zorgen zoveel mogelijk aandacht te schenken aan de activiteiten die ons verhaal bevorderen. Als we dat niet doen wordt onze reis gekannibaliseerd en verzwakt.

In de praktijk betekent strike prioriteiten stellen het volgende:

  • Heb nooit meer dan drie prioriteiten. Punt. Als we meer dan drie prioriteiten hebben zijn het geen prioriteiten maar is het slechts een lijst.
  • Naast datgene wat we willen doen (onze prioriteiten) zullen er altijd dingen zijn die we moeten doen (onze socio-economische verplichtingen). We moeten die verplichtingen inplannen op een manier die onze prioriteiten intakt laat. Wanneer we onze verplichtingen nakomen moeten we streven naar het acceptabele minimum niveau van energie en kwaliteit. We willen op die zaken niet over-presteren en kostbare energie, tijd en denkkracht verspillen. De vuistregel is hier: het moet precies goed genoeg gedaan worden om ermee weg te komen. Alles daarboven kost ons meer dan het zou moeten.
  • Laat ook tijd vrij voor het onverwachte. Er kan zich iets dringends voordoen dat niet kan wachten. Een kans kan zich aandienen die we niet voorbij willen laten gaan. En als er geen beslag gelegd wordt op die gereserveerde vrije tijd kunnen we het gebruiken om te ontspannen en wat sociale momenten door te brengen met onze vrienden en geliefden. Of helemaal niets doen. We moeten ook af en toe dat drukke hoofd kunnen uitzetten en gewoon uit het raam staren of een doelloos ommetje maken buitenshuis. Naast datgene doen wat belangrijk voor ons is, is het nietsdoen (in al zijn vormen) een van de meest belangrijke dingen die we kunnen doen.

Dit zijn op het moment mijn dagelijkse prioriteiten:

  1. Schrijven
  2. Netwerken
  3. Lezen en denken

Op mijn lijst met verplichte zaken heb ik staan:

  1. Tijd doorbrengen met mijn partner (misschien niet echt een verplichting, maar wel iets waar ik bewust tijd voor moet maken)
  2. Onderhoud aan huis en tuin
  3. Administratie
  4. Familie en vrienden

De dingen die ik zoveel mogelijk vermijd zijn:

  1. Sociale media, behalve om te netwerken en mijn professionele reputatie te versterken
  2. Lange zinloze gesprekken over helemaal niets
  3. Werk aannemen dat me niet inspireert

Ten slotte heb ik voor mijn vrijgehouden tijd een aantal ontspannende, helende en rustgevende activiteiten:

  1. Meditatie
  2. Wandelen
  3. Muziek maken
  4. Romans lezen (geen studieboeken)
  5. Een documentaire kijken
  6. Een 20-minuten ‘power nap’ doen

Ik slaag er niet altijd in om precies deze verdeling van mijn tijd en aandacht aan te houden, maar over het algemeen heeft dit lijstje me veel goed gedaan. Het feit dat dit boek er nu is – tegelijkertijd geschreven met nog een ander boek en diverse blogs – bewijst voor mij dat dit de juiste prioriteiten, verplichtingen, vermijdingen en vrije tijds items zijn voor mij zijn op dit moment.


De tijd nemen om te plannen, doelen te bepalen, ZIVs en prioriteiten te stellen, en dan structuren opzetten die ons helpen om zoveel mogelijk ons plan te blijven volgen lijkt niet altijd de meest inspirerende wijze om onze energie te gebruiken. Maar het betaalt zich op de langere termijn wel degelijk terug. En die langere termijn is ten slotte waar het voor onze persoonlijke reis allemaal om gaat.

Het Maken van een Parelsnoer – Stap 5

Terugkijken op onze glanzende parels uit het verleden helpt ons het pad te begrijpen dat we hebben afgelegd om in het hier en nu te komen. Ze tonen ons waar we van genoten hebben en wat ons deed doorgaan. Ze tonen ons wat ons inspireerde en wat we waardevol vonden. Van alles wat we op onze reis zijn tegengekomen zijn onze stralende parels het beste teken dat het leven de moeite waard was en is. Het is in het heden, op het moment dat we de besluiten nemen over welke stappen we hierna gaan nemen, dat we het licht van onze parels kunnen gebruiken om ons te helpen een pad te ontwerpen dat ons nog meer zal geven van wat we koesteren. We mogen dan misschien niet de hele toekomst kunnen zien, maar het huidige moment is een splitsing in de weg daarheen. Welke afslag we nemen is onze keuze, en die van ons alleen.

Zoekend naar een pad door het duister - © Bard 2018
Zoekend naar een pad door het duister – © Bard 2018

Stap 5: Het Bedenken en Testen van Onze Toekomstige Parels

Nu we onze glanzende parels uit ons verleden verzameld en samengevat hebben is het tijd om naar de toekomst te kijken en onszelf af te vragen wat hoe die toekomst eruit zal zien. Onze voorgaande parels hebben ons laten zien wat voor een situaties en handelingen ons brachten tot die toestand van ‘flow’ die betekent dat we dicht bij de kerndoelen en missie in ons leven zijn. Dat inzicht leidt ons tot de vraag: “Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we nog meer van die momenten zullen hebben in de rest van ons leven?” Kunnen we, door te kijken naar hoe en wanneer ze in het verleden voorkwamen, afleiden wat we in de toekomst meer en vaker moeten doen? Geeft het verleden ons ook aanwijzingen over de dingen die we moeten herhalen, veranderen, verbeteren en meer aandacht aan besteden om onze kansen op een meer vervullende leven te verhogen?

We moeten er rekening mee houden dat we in de meeste gevallen er niet simpelweg op uit zijn te herhalen wat in het verleden succesvol was. Natuurlijk waren die moment geweldig, en die parels glanzend genoeg om er met plezier aan terug te denken, maar wij zijn niet langer de persoon die we toen waren. We hebben ervaren, geleerd en zijn veranderd, hoogstwaarschijnlijk juist door die momenten die we ons met zoveel genoegen herinneren, maar ook als gevolg van alles wat we in ons leven hebben meegemaakt. Persoonlijke groei betekent vaak dat, mochten we proberen die glanzende momenten van vroeger exact zo te herhalen, ze ons waarschijnlijk niet dezelfde voldoening zullen geven als weleer. Exacte herhalingen blijven zelden plezieren, tenzij we compleet in harmonie zijn met onze doelen, en ook zelf niet veranderen.

We moeten ons de glanzende parels van onze toekomst dan ook voorstellen als een verdere ontwikkeling van die uit het verleden: variaties die de essentie behouden, maar verder zijn aangepast aan de omstandigheden van nu en de persoon die we door de jaren heen geworden zijn.


Eén manier om onze volgende parels te ontdekken is gebruik te maken van het ‘innovatie trifecta’ dat deel uitmaakt van de ‘Design Thinking’ aanpak gespioneerd door IDEO in het begin van deze eeuw. We zijn tenslotte bezig ons toekomstige verhaal te ontwerpen, dus waarom zouden we geen gebruik maken van een veelgeprezen ontwerpmethode?

De innovatie trifecta (hieronder) stelt drie vragen die ontwerpers moeten stellen om te bepalen of een nieuw idee de moeite waard is om mee verder te gaan:

  1. Wenselijkheid: hebben mensen dit werkelijk nodig en willen ze dit echt hebben?
  2. Haalbaarheid: hebben we de vaardigheden in huis om dit daadwerkelijk te realiseren?
  3. Levensvatbaarheid: is dit idee vol te houden over langere tijd?
Innovatie Trifecta: Wil ik het? Kan ik het? Hoe lang houdt ik het vol?
Innovatie Trifecta: Wil ik het? Kan ik het? Hoe lang houdt ik het vol?

We kunnen vergelijkbare vragen gebruiken om meer duidelijkheid te krijgen over het verhaal dat we ontwerpen voor onze toekomst.

  1. Wenselijkheid: Hoe graag willen we het pad dat we ons voorstellen? Hoe dicht bij ons gevoel van zingeving en vervulling ligt het?
  2. Haalbaarheid: Hebben we in huis wat nodig is om dit waar te maken? Hebben we de juiste vaardigheden, middelen en omstandigheden om er zeker van te zijn dat die volgende parels kunnen laten ontstaan?
  3. Levensvatbaarheid: Zal dit pad herhaalbare momenten opleveren waar we op verder kunnen bouwen en waarmee we ons leven kunnen verdiepen, of zal het een eenmalig moment zijn?

Alle drie de vragen zijn essentieel, en het kan zijn dat we een aantal iteraties van de vragen nodig hebben voor we het gevoel krijgen dat we grip krijgen op het soort pad voor de toekomst waar we enthousiast over worden, denken te weten hoe we het kunnen waarmaken, en dat deel uitmaakt van onze persoonlijke groei.


Wenselijkheid

Ik houd ervan op het toneel te staan en te praten met een geïnteresseerd en waarderend publiek. Ik heb veel van zulke parels mogen meemaken in het verleden. Het zou dan ook verleidelijk zijn om dat gewoon te blijven herhalen. In plaats daarvan heb ik ontslag genomen. Ik besloot mijn pad te veranderen zodat ik aan dit boek kon werken en kon proberen te leven van het runnen van mijn eigen bedrijf.

Waarom deed ik dat eigenlijk? Mijn baan zou me vele momenten op het toneel gegarandeerd hebben. Als ik gewoon dat pad was blijven volgen hoefde ik me geen zorgen te maken om het vinden van inkomen of publiek. Waarom was ik niet tevreden met al het goede dat ik bereikt had?

De voornaamste reden is dat ik veranderd ben sinds ik die baan aannam, nu 10 jaar geleden. Ik heb veel nieuwe dingen geleerd. Ik heb oude vaardigheden aangescherpt en nieuwe vaardigheden verworven. Ik heb ook lang en diep nagedacht over de verschillende problemen waar mijn publiek naar eigen zeggen mee worstelt. I heb heel veel boeken gelezen, met honderden mensen gepraat en mezelf bijgeschoold in de laatste bevindingen en publicaties op het gebied van de menselijke geschiedenis, sociologie, psychologie, gedragswetenschappen, economie, neuro-wetenschappen en filosofie. Dat heeft mijn opvatting over wat werkelijk belangrijk is doen verschuiven. Van het proberen om IT professionals inter-menselijke vaardigheden bij te leren en te helpen technologie een positiever effect op mensen te geven, is mijn aandacht verschoven naar het bevorderen van een mens-vriendelijke wijze van bedrijfsvoering en het bedrijfsleven te helpen een positievere bijdrage te leven aan de maatschappij. Mijn ervaringen van de afgelopen jaren hebben me veel plezier en vervulling gebracht maar – en dat is het voornaamste – ze zorgden er tevens voor dat mijn perspectief veranderde.

Met andere woorden, zelfs al zou ik mijn vorige optredens kunnen blijven herhalen, over dezelfde onderwerpen blijven spreken en hetzelfde publiek blijven trekken, ik zou er niet meer zo van genieten als voorheen. Dat pad heeft zijn doel vervuld – en deed dat goed – maar nu is het tijd voor mij om op zoek te gaan naar de volgende iteratie ervan; de volgende fase in mijn reis als spreker en denker.

De volgende parels in dit specifieke snoer zullen gerelateerd moeten zijn aan onderwerpen die mij meer aan het hart gaan dan waar ik vroeger over sprak. Ik wil dat mijn eigen passie me gaat helpen mijn verhalen en presentaties uit de conventionele comfort-zone te duwen. Ik wil dat mijn publiek momenten ervaart van verrassing en ongemak. Ik wil dat ze dingen horen die ideeën, concepten en kennis tegenspreken waarvan ze dachten dat ze die al wisten en begrepen. Als ik dit goed doe, moet mijn werk mensen even pas op de plaats doen maken om hun huidige denkwijzen te her-ijken. Op z’n minst moet het ertoe leiden dat ze hun eigen ideeën kritisch onderzoeken voor ze besluiten of mijn argumenten overtuigend genoeg zijn om in mee te gaan.


De wenselijkheid vraag gaat over hoe we zouden willen dat onze toekomstige parels eruit zullen zien en hoe ze zullen aanvoelen. De volgende stap kijkt naar de haalbaarheid van hoe we ons die parels voorstellen. Hebben we wat er nodig is om ze te laten gebeuren? Zijn ze binnen ons bereik?


Haalbaarheid

Ik vind dat ik met redelijke zekerheid kan zeggen dat ik de fundamenten gelegd heb voor dit volgende deel van mijn reis. Ik heb mijn presenteer-vaardigheden bijgeslepen en mijn inhoud verdiept en verbreedt. Om mijn volgende parels te laten glanzen moet ik er wel voor zorgen dat ik nog overtuigender en intrigerender kan zijn. Ik moet nog dieper nadenken over wat ik wil zeggen en hoe. Ik moet nog harder aanduwen tegen de conventionele wijsheid die ons in mijn ogen tegenhoudt. En ik moet manieren vinden om mijn materiaal te presenteren die mijn boodschap nog directer overbrengen.

Er is dus nog werk te doen voor mijn volgende parels zich kunnen manifesteren. Dat is echter geen probleem. Wat belangrijk is is dat ik er vertrouwen in heb dat dat werk niet mijn vermogen om het te voltooien overschrijdt. Ik weet hoe ik er moet komen. Ik heb de tijd en de discipline om er elke dag tenminste een paar uur geconcentreerd aan te werken. Ik heb genoeg ideeën en aanzetten van verhalen om het gevoel te rechtvaardigen dat ik niet een slag in het duister sla.

Ik besef echter ook dat er beperkingen zijn aan waar ik op mik. Ik kan niet compleet afstand nemen van mijn huidige publieke persona. Mensen hebben verwachtingen over mij en over waar ik over zal praten. Ik kan bijvoorbeeld niet ineens gaan praten over internationale handelsverdragen of de complexiteit van het financiële systeem, omdat ik daar nooit eerder over gesproken heb en ook geen autoriteit in ben. Ik kan ook niet ineens volkomen tegengestelde posities innemen over zaken waar ik in het openbaar stelling over ingenomen heb. Dat zou mijn geloofwaardigheid ondermijnen. Daar waar ik echt van gedachten ben veranderd zal ik eerst mijn publiek op dezelfde reis mee moeten nemen die ikzelf heb afgelegd om mijn positie te doen herzien zodat zij kunnen zien waarom mijn opvattingen veranderd zijn. Vanuit het oogpunt van haalbaarheid zal de volgende serie van parels in zekere zin een voortzetting moeten zijn van mijn huidige persona voor ik die geleidelijk kan bijstellen en daarmee mijn standpunten en datgene waar ik over spreek.

Andere beperkingen hebben te maken met de omvang van mijn publiek, nu ik niet langer voor een groot internationaal bedrijf werk. Ik ben uit de machine gestapt die mensen in grote getale binnen bleef brengen. Dus nu moet ik mijn eigen kanalen en connecties vinden. Ik moet ook mijn eigen imago creëren nu ik niet langer kan profiteren van de autoriteit en invloed die bij mijn baan en mijn positie hoorden. Het goede nieuws is dat de afgelopen jaren ertoe hebben bijgedragen dat mijn network enorm is gegroeid, evenals mijn invloed en goed naam. Ik hoef dus niet vanaf nul te beginnen. Toch zal het begin bescheiden zijn. Maar ik ben ervan overtuigd dat ik deze basis snel zal kunnen doen groeien.


De haalbaarheid vraag gaat er voornamelijk om er zeker van te zijn dat we realistisch blijven. Het feit dat we iets heel graag willen betekent nog niet dat we er klaar voor zijn om het ook direct waar te maken. We hebben deze reality check nodig, en we moeten eerlijk zijn tegenover onszelf. Maar we ook in onszelf blijven geloven. Het kan goed zijn dat we erachter komen dat we de kennis, vaardigheden of capaciteit missen om direct op ons doel af te gaan. Dat betekent nog niet dat we onze droom op moeten geven. Het betekent wel dat we een stap terug moeten nemen en eerst moeten uitzoeken hoe we het gat kunnen overbruggen zodat we in de toekomst wel kunnen bereiken wat we willen. De vaardigheden aanleren, de gereedschappen verzamelen en voorbereiden en onze stappen oefenen en repeteren voor we de grote sprong wagen zijn allemaal deel van dezelfde reis. Zolang als we kunnen zien wat er nodig is om vooruit te komen hoeven we onze droom niet uit het zicht te verliezen.

De volgende vraag gaat over verwachte levensduur en herhaalbaarheid. Zal de volgende parel een eenmalige gebeurtenis zijn, of het begin van een hele serie? Is het een item dat we van onze bucket list willen wegstrepen, of is het deel van een langere ontwikkeling?


Levensvatbaarheid

Deze vraag is niet altijd even makkelijk te beantwoorden. Er moet veel geraden worden over de toekomst, andere mensen, en externe factoren waar we niet veel controle over hebben. Het is ook niet altijd duidelijk hoe belangrijk het begrip ‘levensvatbaarheid’ eigenlijk is voor onze zoektocht naar ons ideale toekomstverhaal. Levensvatbaarheid in de context van de Innovatie Trifecta is vooral een business idee. Bedrijven worden geacht te gaan voor groei en langdurig voortbestaan. Voor bedrijven is een idee dat maar één keer werkt niet iets waar je een toekomststrategie op baseert.

Om levensvatbaarheid relevant te maken voor ons persoonlijke verhaal en het parelsnoer dat we aan het construeren zijn moeten we de definitie iets aanpassen. We kunnen het meer laten gaan over de afweging of de tijd en de moeite die het ons gaat kosten opwegen tegen de duur en intensiteit van de vervulling en tevredenheid die we verwachten te krijgen uit die toekomstige parels. Met andere woorden: is het allemaal de moeite waard?

Dat is een erg persoonlijke afweging. Ik vind het moeilijk om daar duidelijke regels of richtlijnen voor te geven. We hebben ieder onze eigen verlangens en angsten. Wat voelt als de Heilige Graal voor sommigen kan compleet oninteressant en oninspirerend zijn voor anderen.

Waar het hier om gaat zijn onze eigen gevoelens en intuïtieve inschatting van de parels die we willen creëren.

Stel die parels voor in hun meest glanzende vorm. Alles pakt precies zo uit als we gehoopt hebben, en misschien zelfs nog beter. Hoe voelt dat? Geeft het ons nieuwe energie; een diep gevoel van prestatie en voldoening; het gevoel een belangrijke mijlpaal in ons leven te hebben bereikt?

Stel nu het werk voor dat we moeten doen om die parels mogelijk te maken. Denk aan de tijd en de moeite die we schatten nodig te hebben. De parels zijn hetzelfde. Maar voelen we nog steeds dezelfde energie en inspiratie? Of plaatst het vooruitzicht van al dat harde werk een domper op onze voldoening en tevredenheid?

Er is geen wiskundige formule om objectief de balans tussen kosten en baten te berekenen van het bereiken van ons volgende moment van volmaakte ‘flow’. We kunnen alleen afgaan op onze intuïtie en de signalen die ons emotionele systeem ons geeft. Als we ons meer geïnspireerd voelen dan beangstigd dan zetten we door. Als twijfels en gevoelens van angst ons enthousiasme verminderen moeten we die signalen niet negeren. We moeten dan eerst nagaan of we onze angsten en onzekerheden ons onnodig laten tegenhouden, of dat ons emotionele systeem ons oprecht waarschuwt dat de parels die we ons hebben voorgesteld wellicht niet opwegen tegen de obstakels die we onderweg gaan tegenkomen.

Als de balans van de levensvatbaarheid vraag negatief uitvalt betekent dat niet dat alles nu voor niets is geweest. We moeten dankbaar zijn dat we dit nu ontdekt hebben, voor we al te veel geïnvesteerd hebben in dit pad. We moeten ook bedenken dat als het om persoonlijke keuzes gaat een ‘ja’ een absolute ‘ja’ moet zijn. Alles dat minder is zou ons op z’n minst moeten doen pauzeren en de keuzes opnieuw onderzoeken. Het negeren van zeurende twijfels, hoe klein ook, is om problemen vragen later in de reis, wanner het veel moeilijker is om van pad te veranderen.

Als we er niet van overtuigd zijn dat we de volgende versie van ons verhaal gevonden hebben keren we terug naar stap 4 van dit proces. We her-onderzoeken onze verzameling parels en hoe we die het beste kunnen samenvatten. We stellen ons opnieuw voor hoe de volgende parels eruit zouden kunnen zien, met weglating van het pad of paden die we nu niet langer als levensvatbaar zien. Het kan zijn dat dit compleet nieuwe ideeën oplevert voor parels die we graag zouden realiseren. Maar het kan ook zijn dat we onze ideeën iets moeten bijstellen om ze levensvatbaar te maken. Wellicht kunne we voor kleinere stappen gaan die sneller en makkelijker zijn te realiseren. We kunnen ons misschien ’tussenparels’ voorstellen die we niet zien als einddoel maar als traptreden naar het verder gelegen doel. Zulke tussenparels kunnen op zichzelf voldoening geven en voldoende inspiratie om door te blijven gaan terwijl we de vaardigheden leren en oefenen die we in de toekomst nodig gaan hebben.


Het kan ons een paar iteraties kosten. We moeten misschien een paar keer stoppen en opnieuw beginnen. Op een bepaald moment zullen we echter de parels vinden die we wenselijk, haalbaar en levensvatbaar vinden. Nu is het het moment om een paar keer diep adem te halen en onze gedachten tot rust te brengen. Als we er zeker van zijn de juiste parels gevonden te hebben kunnen we het besluit nemen er voor te gaan. Dit zijn de parels waar we ons op zullen concentreren in de komende maanden of jaren van ons leven – voor zolang als we denken nodig te hebben om ze te bereiken, en zo lang als we voelen dat we deze parels willen blijven manifesteren.

Het Maken van een Parelsnoer – Stap 4

Elk moment in ons leven kan een leermoment zijn, als we het tot ons laten spreken. Als we stoppen om goed te luisteren kunnen we aanwijzingen, inzicht en inspiratie vinden in zelfs de meest gewone gebeurtenissen. Door momenten te vergelijken en te groeperen kunnen we patronen en trends leren zien. Die patronen en trends zijn de dragers van onze verhalen – de verhalen die we creëren om betekenis en zin aan ons leven te geven. Door duidelijker te zien hoe de verhalen die we geleefd hebben resoneren met onze authentieke zelf, kunnen we een begin maken met het voorwaarts projecteren van ons meest authentieke verhaal. In plaats van te wachten tot het volgende hoofdstuk voor ons geschreven wordt, kunnen we zelf de auteur ervan worden, en dan zorgen dat het verhaal ook gebeurt.

Stap 4: De Essentie Vatten

Nu we onze glanzende parels gegroepeerd hebben kunnen we de essentie van wat ze met elkaar gemeen hebben gaan samenvatten. Het idee hier is om niet zozeer de feiten van die momenten te zoeken (zoals de plaats, acties, acteurs en omstandigheden) maar meer de energie, emoties en het belang voor ons, zodat wanneer we de samenvatting teruglezen we ook de gevoelens terug oproepen die we hadden toen we de oorspronkelijke momenten beleefden.

De volgende vragen kunnen helpen on zulke samenvattingen te maken, maar we moeten wel opletten dit niet al te strikt als een formule te gaan zien: het gaat hier om persoonlijke ervaringen, dus moeten we ons vooral vrij voelen ze samen te vatten op de manier die voor ons het meest krachtig en betekenisvol aanvoelt. Daarbij zijn onderstaande vragen vooral een steuntje in de rug om mee te beginnen.

Kijkend naar de groep parels die we willen samenvatten:

  • Hebben ze eenzelfde (of vergelijkbare) lokatie?
  • Bevatten ze dezelfde (of vergelijkbare) handelingen?
  • Is er een manier om de omstandigheden te karakteriseren?
  • Is er een manier om de uitkomst te karakteriseren?
  • Hoe deden ze ons voelen?
  • Waarom deden ze ons zo voelen?
  • Wat kunnen we weglaten zonder de essentie te verliezen van wat deze momenten zo speciaal maken?

In de afgelopen 35 jaar heb ik vele gelegenheden gehad om op het toneel te staan, alleen of met andere mensen, voor publiek dat liep van een paar mensen tot een paar duizend. De parels in deze groep zijn die momenten waarop het alleen ikzelf en mijn publiek betreft. Ik ga een lied zingen of een monoloog houden. Nog voor ik begin voel ik al dat er iets bijzonders gaat gebeuren. Ik sta op het toneel, kijk rond, en voel de verwachtingen van de mensen in het publiek. Ik ben een beetje nerveus, maar op een goede manier, die me energie geeft, mijn zintuigen aanscherpt en mijn concentratie verhoogt. Zodra ik begin te spreken of zingen voel ik me verbonden met het publiek: ik communiceren met hen, ik sta niet alleen te zenden. Ik voel dat ik het publiek met me meeneem op een avontuur, een verkenning van ofwel het verhaal dat ik vertel ofwel de emoties waar ik over zing. Als ik praat speel ik met het tempo en volume van mijn stem. Ik pauzeer soms om rond te kijken en oogcontact te maken. Dan weer ga ik sneller om enthousiasme en energie uit te stralen. Ik voel hoe het publiek met me mee komt, alsof ik direct toegang heb over hun emoties en hun energie.

Bard op toneel - ©Amanda Hatten 2015
Bard op toneel – ©Amanda Hatten 2015

De beste van deze momenten eindigen op een natuurlijke en bevredigende manier. Het lied of het verhaal eindigt met een gevoel van compleetheid en afsluiting, alsof er geen beter moment is om te stoppen dan precies op dit moment, en er geen betere manier is op te eindigen dan met precies deze laatste woorden. Met liedjes is de timing natuurlijk ook afhankelijk van de muziek, maar met monologen is de timing in mijn eigen handen. Vooral met presentaties beheers ik de flow volledig. Ook als er slides zijn die een vastgestelde volgorde en structuur afdwingen heb ik geleerd mijn eigen verhaal te vertellen. Door de slides zo minimaal mogelijk te maken heb ik de vrijheid om te improviseren, dingen over te slaan of toe te voegen, anecdotes te vertellen, voorbeelden aan te halen, en zelfs hele nieuwe ideeën te opperen als me die op dat moment binnenvallen. In de beste parels, zelfs ik het gevoel heb dat ik compleet sta te improviseren en gewoon zeg wat me voor de geest komt, is er een sterk gevoel van samenhang en ritme, alsof er ergens toch een script is dat ik volg. Het verhaal komt tot een natuurlijke afronding op precies het juiste moment, gewoonlijk een paar minuten voor de afgesproken eindtijd van mijn optreden, zodat er tijd is voor het publiek na te denken over wat ik heb gezegd en een paar vragen te stellen voor we de zaal moeten verlaten.


Het is niet zo moeilijk om vast te stellen dat de parels in deze groep een aantal dingen met elkaar gemeen hebben:

  • De lokatie is een toneel of iets dat als een toneel dienst doe, zoals voor een klaslokaal staan, achter een katheder in een universiteitszaal, of een tijdelijk podium in een of andere zaal tijdens een conferentie. Soms is het ook een echt theater, al heb ik dat niet zo heel vaak meegemaakt.
  • De handeling is dat ik solo praat (of zing) voor een publiek met meerder mensen. Het is een geplande voorstelling; ik ben gevraagd om op te treden en het publiek heeft enige voorkennis en verwachtingen over waar ik over zal praten of wat ik zal zingen.
  • De omstandigheden zijn gekenmerkt door positieve verwachtingen: ik verwacht dat het publiek geïnteresseerd zal zijn in wat ik ga doen, en zij verwachten dat mijn optreden relevant, interessant, educatief en onderhoudend zal zijn. Er zijn duidelijke afspraken over het onderwerp en de wijze van presenteren, en er is een vooraf bepaalde tijd om het geheel in uit te voeren. Ik verwacht niet om de aandacht van het publiek te hoeven vechten, of er met anderen om te concurreren. Ze zijn aanwezig omdat ze al geïnteresseerd zijn in wat ik zal gaan zeggen of doen. Natuurlijk kan een slecht optreden van mij hun aandacht doen verdwijnen, maar voordat we beginnen zitten ze klaar met de bereidheid om naar mij te luisteren.
  • De uitkomst van deze parels is een gevoel van iets gepresteerd te hebben, een geluksgevoel dat soms grens aan euforie, een diep gevoel van dankbaarheid jegens het publiek dat met mij heeft meegeleefd, en een gevoel dat ik iets heb mogen betekenen – al is het maar een klein beetje – voor de wereld en mijn medemensen. Voorzover ik dat kan vaststellen is de uitkomst voor mijn publiek gevoelens van motivatie en inspiratie, een gevoel iets nuttig geleerd te hebben voor hun persoonlijke of professionele ontwikkeling, en een gevoel dat ze hun tijd op een aangename, zinnige en productieve wijze hebben doorgebracht.
  • Wat er precies leidt tot deze gevoelens in mijzelf en in mijn publiek is moeilijk in detail te analyseren. Ik denk dat waar het vooral op neerkomt is dat deze momenten me een unieke combinatie geven van verschillende soorten van voldoening, die allemaal voor mij van belang zijn en voor wat ik als mijn missie in dit leven zie:
    • Ze geven me een gevoel van iets gepresteerd te hebben: van iets moeilijks en uitdagends dankzij oefening en voorbereiding tot een goed einde gebracht te hebben;
    • Ze geven me een gevoel van verbinding: van reiken naar en aanraken van de hoofden en harten van andere mensen, al is het maar voor de duur van de voorstelling;
    • Ze geven me een gevoel van behulpzaam zijn en ondersteunen: van het brengen van nuttige en praktische informatie en advies dat – zouden ze ervoor kiezen ermee aan het werk te gaan – een positief effect op hun leven en werk kan hebben;
    • Ze geven me een gevoel van gewaardeerd en gerespecteerd te worden: van mensen die bewust en geheel vrijwillig mijn inzichten en advies opzoeken, in plaats van dat ik ze achterna moet rennen en ze smeken om hun aandacht.
  • In hun meest abstracte vorm zijn deze parels allemaal voorbeelden van hoe ik communiceer met groepen van mensen, ze vermaak mijn verhalen, onderwijs met mijn informatie en inzichten, en ze motiveer om zichzelf te verbeteren met behulp van mijn tips en adviezen.

Wat deze groep parels mij lijkt te zeggen is dat het voor mij belangrijk is om op het toneel te staan. Maar niet zomaar op een toneel: de meeste voldoening kreeg ik op die momenten dat ik mijn publiek echt kon raken, ze iets moois kon laten voelen met zowel mijn inhoud als mijn wijze van presenteren. Het gaat me er ook niet alleen om ze te vermaken: er moet ook iets van motivatie en educatie in het optreden zitten, om me het gevoel te geven dat het echt de moeite waard is. Ik weet dat het onderzoeken van hoe de wereld werkt en dat steeds beter begrijpen erg belangrijk voor me is. Klaarblijkelijk is het helpen van andere mensen met de resultaten van die onderzoeken minstens zo belangrijk. En dat heeft weer te maken met mijn eigen behoefte om mezelf nuttig te maken, en mijn nog diepere wens om te helpen het (vaak onnodige) lijden in de wereld te verminderen.

Het Maken van een Parelsnoer – Stap 2 & 3

We leven onze levens van moment tot moment, en elk moment voegt een ervaring toe aan ons persoonlijke verhaal. Elk moment is een potentieel leermoment, als we maar de tijd zouden nemen om uit te vinden wat het ons probeerde te vertellen. De kunst van het leven van een zelf-sturend, zelf-schrijvend leven is meer dan het leven ten volle te leven – dat is slechts bezig zijn. De ware kunst is om van tijd tot tijd stil te staan om elke ervaring af te wegen tegen de wijsheid en aanwijzingen van onze authentieke kern. Als het resoneert met onze kern streven we naar meer van zulke ervaringen. Als het verkeerd voelt, leeg, of niet echt wat we zouden moeten doen streven we ernaar dit in de toekomst te vermijden. En dan stellen we onze richting en snelheid bij, en proberen het opnieuw, elke keer een beetje beter op koers en een beetje meer trouw aan de reis die we geacht werden af te leggen toen we op Aarde arriveerden.

Stap 2: Onze Momenten van ‘Flow’ Vinden

Als we onze verzameling van glanzende parels bekijken, die we hebben gescheiden van de donkere, matte balletjes, wordt het duidelijk dat hoewel al die parels heldere en glanzende momenten uit ons verleden zijn ze niet noodzakelijk allemaal dezelfde aard hebben. Ze zullen misschien zelfs, op het eerste gezicht, eruitzien als aparte, individuele gebeurtenissen, met niet veel overeenkomsten. Sommigen zijn gewoon gelukkige herinneringen aan iets dat we zagen of bijwoonden, anderen zijn misschien momenten die we samen met onze geliefden doorbrachten. Maar waar wij naar op zoek zijn om ons verhaal mee op te bouwen is één specifieke soort parel: die helder stralende momenten dat we actief iets aan het doen waren op een manier dat we er volledig in opgingen, min of meer in de ‘flow’ waren, en die we associeren met een gevoel van vervulling en van op het juiste moment of de juiste plaats met het juiste bezig te zijn. We noemen die momenten ‘actieve momenten van flow’ omdat het die momenten zijn waarop onze acties het dichtste overeenkwamen met wat ons emotionele systeem als de optimale toestand ervoer. Dit suggereert dat het juist die momenten waren waarin we iets deden dat nauw aansluit by ons temperament, onze persoonlijke voorkeuren, en – wellicht het belangrijkste – ons intuïtieve gevoel van doelgerichtheid en vervulling.


Ik vond het altijd fijn om naar school te gaan. Er was gewoon zoveel te leren daar, zoveel uit te vinden over die mysterieuze wereld die zou liggen voorbij de straten van de plaats waar ik opgroeide. Mijn vroegste herinneringen aan momenten van ‘flow’ zijn het schrijven van opstellen in de klas, of het oplossen van een opgegeven probleem. Als ik eenmaal aan het werk was was het alsof de tijd ophield te bestaan. Het enige dat bestond was het onderwerp of de opdracht en ik die het aan het onderzoeken was, de raadsels ervan ontwarrend en zoekend naar de juiste woorden om de antwoorden in weer te geven. Niet zelden, als het werk gedaan was, las ik terug wat ik geschreven had en was verbaasd over het resultaat. Ik kon me niet herinneren dat ik dat geschreven had, en kon soms nauwelijks geloven dat ik degene was die dat op papier gezet had. Ik vroeg me vaak af waar die woorden werkelijk vandaan kwamen; ze voelden zoveel beter dan waar ik mezelf toe in staat achtte.

In mijn sportieve jaren speelde ik hockey. We speelden voornamelijk recreatief, voor de lol van het spelen en de sociale activiteiten daaromheen, niet echt om het winnen. Ik was een matig speler en een iets beter dan gemiddelde keeper, maar mijn prestaties waren nooit echt consistent. Vaak, vooral als het spel traag verliep, gingen mijn gedachten aan de wandel en werd ik zo afgeleid door gedachten en ideeën dat ik nauwelijks nog meedeed aan de wedstrijd. Maar soms liep het anders. Ik vond het heerlijk om keeper te zijn tijdens toernooien, bijvoorbeeld, wanneer we tegen teams speelden die veel beter waren dan ons. Ik had het dan zo druk met het verdedigen van het doel dat ik geen tijd meer had om na te denken over wat ik aan het doen was. Zodra mijn gedachten verdwenen leek mijn lijf de controle over te nemen. En, zoals ik ontdekte, mijn lijf was een veel betere keeper dan mijn hoofd ooit zou zijn. Ik heb helaas nooit uitgevonden hoe ik die specifieke toestand van ‘flow’ bewust aan kon zetten. Ik zou wellicht nog een hele goeie keeper hebben kunnen worden.

Hockey - © Bard 1982
Hockey – © Bard 1982


Stap 3: Onze Parels Sorteren

Nu we de actieve momenten van ‘flow’ hebben gescheiden van de rest van onze parels, kunnen we gaan kijken of we die actieve momenten aan elkaar kunnen relateren. Wellicht zijn ze verbonden door plaats of situatie, de actie waar we in opgingen, of het soort voldoening dat ze ons gaven. Het kan enige reflectie en doordenken kosten voor we een bevredigende groepering kunnen vinden. En we moeten ons ook niet teveel zorgen maken of we het wel 100% correct doen. Deze oefening is tevens een goede gelegenheid om te leren onze intuïtie te vertrouwen en te luisteren naar wat onze gevoelens ons te zeggen hebben, in plaats van alleen ons verstand te willen gebruiken. Dus mochten we er niet uitkomen, gewoon ontspannen, diep ademhalen, en vervolgens een groepering proberen geheel op het gevoel. Dat is voor onze doeleinden meer dan voldoende.


Toen ik begon met het groeperen van mijn parels zag ik in eerste instantie geen enkel verband tussen mijn school-momenten en die op het hockeyveld. Ze leken niets met elkaar gemeen te hebben. De schoolmomenten waren puur mentaal, er kwam geen fysieke actie aan te pas, en ze gingen niet om winnen of verliezen, maar uitsluitend om de vreugde van het oplossen van problemen en de antwoorden onder woorden brengen. De hockey momenten waren bijna het tegenovergestelde. Het was fysiek, het doel was de wedstrijd te winnen (of in mijn geval te zorgen dat de tegenstanders niet konden winnen), het was non-verbaal, en vaak te snel om zelfs maar na te kunnen denken. Bij nader inzien echter, vond ik toch overeenkomsten. Overeenkomsten die later belangrijke wegwijzers bleken te zijn voor mijn persoonlijke groei en de richting die mijn persoonlijke verhaal zou nemen.

Zowel op school als op het veld waren de ‘triggers’ – de omstandigheden die me hielpen in de ‘flow’ te komen – vergelijkbaar. Beiden betroffen tijdsdruk: op school was er maar beperkte tijd om resultaten te produceren, op het veld werd de beschikbare tijd bepaald door de snelheid van de tegenstander en de bal die op me afkwamen. Beiden stelden me voor een direct probleem dat op dat moment moest worden aangepakt en opgelost. Op school, als de taak te vaag was of het probleem niet moeilijk genoeg, deed ik dan wel het werk maar had niet dat gevoel van ‘flow’. Op het veld was het hetzelfde. Hoe hoger de druk, hoe intenser de actie, hoe makkelijker het voor me was om in de zone te komen en daar te blijven. Blijkbaar hielp de juiste soort druk me te concentreren op het doen in plaats van het denken. Een andere overeenkomst was dat ik beide activiteiten nooit deed voor de punten of de glorie, maar gewoon omdat ik genoot van het gevoel dat ik kreeg als het goed ging. Zowel op school als op het veld was de vreugde van het vinden van een antwoord of oplossing veel bevredigender dan het krijgen van een 10 of het winnen van de wedstrijd.

En dus, verrassend genoeg, hadden deze ogenschijnlijk zo verschillende momenten feitelijk zeer veel overeenkomsten, op een zeer specifieke manier. Die overeenkomsten vertelden me veel over mezelf en over sommige keuzes die ik in mijn leven maakte.

– wordt vervolgd –